Ligging
|
Deze Stins/State stond ten westen van Kollum, gemeente Kollumerland.

|
Andere benaming
|
Aebema guedt, Abbemahuys, Abbema staetten ter Laen, Aebynghestaette
|
Ontstaan
|
De stins wordt voor het eerst in het begin van de 16e eeuw vermeld.
|
Geschiedenis
|
Abbema was het stamhuis van een adellijke familie die zich in de 16e eeuw
nog op haar afstamming van hoofdelingen liet voorstaan, maar daarna
vooral stadsbestuurders van Sneek en eigenerfden en kooplieden in het
midden van Friesland telde. In 1505 werd Focko Abbema als edelman in
Kollumerland genoemd; een Sneker Abbema pretendeerde enkele generaties
later slechts voor het Hof van Friesland terecht te hoeven staan omdat
hij een nazaat van deze hoofdeling was. In 1517 verkochten Bauk en Hylk,
weduwe en dochter van Fokke Abbema land onder Oudwoude aan het
Veenklooster. Omstreeks 1543 hebben Sipke, Lieuwe en Adzert Abbema
bezittingen in deze grietenij. Sipke was in 1540 burgemeester van Sneek,
Lieuwe en Adzert worden vermeld in een lijst van Heerschappen uit 1545.
In 1567 was “Floeress Aebema” bezitter van “Aebemastaede toe Collum”. In
1581 komt te Kollum een Aebo Abbema voor. In 1590 is de state eigendom
van Sipke Abbema, gehuwd met Auck Rispens, die daar zelf waarschijnlijk
niet of alleen in de zomer woonden, omdat Sipke olderman van Sneek was.
Tot het einde van de 16de eeuw bleef de state eigendom van de Abbema's in
Sneek, daarna werd het verkocht.
In 1543 werden genoemd Abbemahuys, Abbema staetten ter Laen, en Abbema
koefenne, in 1550 drie akkers in Aebema guedt, in 1619 land gelegen voor
Abbemahuys op't noordt van de wech. Een adellijk huis was Abbema-zathe,
zoals het in 1607 genoemd werd, aan het begin van de 17de eeuw niet meer.
In dat jaar verkocht Jurrien Hendriksz. deze boerderij aan Henricus
Gualteri, secretaris van Leeuwarden. Later kwam het goed in handen van de
familie Van Aylva en in 1775 werd het aangekocht door Jan Braak, die in
Oost-Indië een fortuin vergaard had. Hij bouwde op de oude standplaats
van de state een nieuw herenhuis. Anthony Braak, waarschijnlijk zijn
zoon, verkocht het huis met de bijbehorende landerijen in 1808 aan Sjoerd
Gerardus Fruitier de Talma, ontvanger der beschrevene middelen te Kollum.
Die was in 1803 in het dorp komen wonen met zijn vrouw Lucia Aurelia
Bergsma uit de gelijknamige vermogende Friese regentenfamilie. Een
representatieve woning was dus een must.
|
Bewoners
|
1505 Focko Abbema
1517 Bauk en Hylk Abbema
1543 waarschijnlijk Sipke Abbema
1567 Floris Abbema
1581 Aebo Abbema
1590 Sipke Abbema
tot 1607 Jurrien Hendriksz.
vanaf 1607 Henricus Gualteri
fam Van Aylva
1775 Jan Braak
1808 Sjoerd Gerardus Fruitier de Talma
|
Huidige doeleinden
|
Van de State is niets meer terug te vinden.
|
Opengesteld
|
n.v.t.
|
Foto's
|
|
Bronnen
|
Tekst: Jan Leemburg
“Kollumerland en Nieuw Kruisland” door mr. A.J. Andreae, 1883-1885
“De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners”, P.N. Noomen, 2009
“De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, Kollumerland”,
Herma M. van den Berg
www.hisgis.nl
Afb. 2: www.hisgis.nl
Afb. 1: “De monumenten…, Noordelijk Oostergo, Kollumerland”
|