Albadastins bij Poppingawier

Ligging Deze stins stond aan de Marsherne 1 te Poppingawier, gemeente Súdwest-Fryslân.

Tekening van de stins door J. Stellingwerf uit 1722

Andere benaming Albadastate, Douma State
Ontstaan
Geschiedenis Was het dorp Poppingawier in de 15de, 16de en 17de eeuw bezaaid met adellijke huizen? Die indruk krijgen we wel als we oude genealogieën van de familie Albada en andere verhalende bronnen lezen. De hoofdeling die ooit de kerk van Poppingawier gesticht zou hebben, zou wel sestien stinsen gehad hebben, en ook de Tegenwoordige Staat spreekt in 1787 nog van verscheiden oude adelyke en met stinzen versterkte staten. De Albada's zelf bewoonden achtereenvolgens en gelijktijdig verschillende stinzen en staten; met andere geslachten in de omgeving, eveneens op stinzen, zouden verwantschapsbetrekkingen hebben bestaan. Ook zouden de Albada's en hun voorouders betrokken zijn geweest bij de stichting en dotatie van verschillende kerkelijke instellingen; het Albadaland en het geestelijk goed grensde dan ook aan elkaar.

Veel van het beeld van Poppingawier als adellijk dorp moet gecorrigeerd worden. Goed beschouwd woonde er in Poppingawier in de 15de eeuw slechts één familie van kleine hoofdelingen, de Heslinga's; zoals in het naburige dorp Terzool de Wigara's op een stins woonden. In 1483 voerden Heslinga's en Wigara's een vete tegen elkaar. In de tweede helft van de 15de eeuw wisten de Heslinga's hun positie wel uit te bouwen door het verwerven van andere aanzienlijke huizen in de omgeving.(1) In het begin van de 16de eeuw werd in de verwantschapskring van de Heslinga's het initiatief tot stichting van de Onze Lieve Vrouwe-prebende, het "Albadaleen" genomen.
In de 16de en 17de eeuw ontstond, van de hand van verschillende auteurs, rond de Heslinga alias Albada's een uitgebreide fictie. Daarin zouden zij van de Galama's van Koudum, de Albada's van Goënga, de graven van Holland (!), de Popma's van Terschelling en van een fictieve familie Poppinga van Poppingawier afstammen. Met locale families, zoals de Sytthiema's van Poppingawier, de Rotterda's van Deersum, de Haxta's ter Zool en de Oetsma's van Gauw/Goënga zouden er huwelijksallianties hebben bestaan. Deze genealogische mythologie werd nog aangevuld met veel heraldische fictie. In mindere mate vond bij de Wigara's van Terzool iets dergelijks plaats. Ook over hen werden in de 17de eeuw in de familiekring tradities te boek gesteld, waarin de alliantie met de Harinxma's en Donia's een voorname plaats had. Door die alliantie verloren zij hun stamhuis en moesten ze hun woning verplaatsen. Recent zijn pogingen gedaan waarheid en verdichting in de genealogische tradities over Albada's en Wigara's van elkaar te scheiden.(2)

In de 16de eeuw werd dit huis bewoond door leden van de familie Albada, maar eerst in 1602 werd het Albada zaat, en in 1641 en 1642 Albada state genoemd. In de genealogische traditie wordt het omstreeks dezelfde tijd Douma stins ende staten genoemd. Op de kaart van Eekhoff van 1849 staat het als Albada of Douma aangegeven.

Volgens de genealogische handschriften zou Douma stins eind 15de eeuw reeds door Hette Bottez Heslinga en diens vrouw Syttje Sytthiema bewoond zijn; tevens suggereert een van de handschriften dat het huis van de Sytthiema's kwam. Deze informatie is echter weinig betrouwbaar. De eerste eigenaar-bewoner die we met zekerheid kennen was Lieuwe Hettez (Heslinga) in 1511. Waarom hij zich Albada noemde is onzeker; zeker is wel dat zijn nageslacht pretendeerde af te stammen van de Albada's van Goënga. Hij werd in 1504 en 1513 tot de geprivilegieerde heerschappen gerekend, was grietman van Rauwerderhem en stierf in 1543. Zijn zoon Hette, 1545 heerschap en 1543-1578 grietman van Rauwerderhem, volgde hem op als bewoner. Hij vermaakte het goed in zijn testament van 1580 aan zijn zoon Lieuwe: huys, hoff met den heele fenne by 't huys om ende riedtlandt ... die ick nu selfs bruycke ende altyt gebruyckt hebbe. In 1640 waren de jonkers Hector en Pybe van Albada, respectievelijk een oomzegger en een broer van Lieuwe, eigenaars. Zij woonden er niet meer; het goed werd verpacht. De weduwe van Hector liet in 1641 de helft van de state en sate Albada, groot 46 pm, verkopen. Pybe liet in 1642 een gerechte vierde part van Albada state ... met syn gerechtinge van husinge, hoovinge, swaneiacht na aan zijn zoon Oene van Albada. In 1700 behoorde de state voor de helft nog aan de Albada's.

Na 1600 werd Albada verpacht. Het werd als edele state Albada op de Schotanus-kaarten van 1664 en 1718 aangegeven. In 1722 tekende Stellingwerf de enigzins vervallen stins. Het was een zaalstins boven een kelder, oprijzend uit de gracht. Een houten bruggetje leidt naar de deur. Er is een verdieping en daarboven een zadeldak met gevels met pinakels en schoorstenen. Boven de meeste ramen en boven de deur was een rondboog. Dwars op het hoofdgebouw stond een even hoog gebouw, eveneens met een in een schoorsteen uitlopende topgevel.

(1) Sytthiema (vermeld in 1462), Idzarda (vermeld in 1401); de met de Heslinga waarschijnlijk verwante Dekema's verwierven bovendien Rotterda in Deersum (vermeld in 1421).
(2) Noomen en Walsweer, "Albada", GJB (1997); zie voor Wigara: Hellinga, "Famyljeoantekeningen", GJB (2002).


Eigenaren 15e eeuw Hette Bottez Heslinga en diens vrouw Syttje Sytthiema (onzeker)
- Lieuwe Hettez Heslinga/Albada, heerschap, grietman, in 1511 op Albada. Hij trouwde Frouck Roorda van Genum. Zoon:
- Hette van Albada, heerschap, grietman, testeerde in 1580. Zoon:
- Lieuwe van Albada, gest. 1622, trouwde Wilsck Taeckez van Glins
Zijn broer Pybe van Albada, getrouwd met Sjouck Wytsma, liet 1642 een deel van Albada na aan zijn zoon:
- Oene Andries van Albada, gest. 1658, getrouwd met Elisabeth de Burggraaff van Roorda.

Huidige doeleinden Van de state is niets meer terug te vinden, op het terrein staat een boerderij.
Opengesteld n.v.t.
Foto's De boerderij op het stateterrein op 7 mei 2011
Bronnen Tekst: met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen Fryslân". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009.
Afb. 1: Elward en Karstkarel, Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Foto 1: Archief van J. Leemburg