Ligging |
Roorda State ligt aan de Ald Slotwei 1 t/m 5 te Wergea, gemeente Leeuwarden. |
Andere benamingen | Roordastins, Oud Roorda, Ald Roarda, Popma State, Popma’s groote plaats, Ald Slot |
Ontstaan | De Roordastins dateerde vermoedelijk uit de 14e eeuw. |
Geschiedenis |
In Wergea lag in de late Middeleeuwen de stins Roorda. Deze wordt voor het eerst
vermeld in 1516 en wordt dan "Roerda state" genoemd. Vanaf 1423 komt de naam
Roorda al voor in de bronnen, maar er is dan alleen sprake van een aantal
boerderijen, bewoond door Siurd Roarda. En in 1452 bemiddelde Tzumma Ryoerda in
een geschil in Wergea, maar het is niet duidelijk of hij er ook woonde. In 1529 komen we de State tegen onder de naam "Roerda gued". In 1543 rustten op Roorda goed de memorielasten voor Kensch en Menne Roerda, en voor Douwe Jousma en zijn vrouw Hys. Kensch en Menne Roerda waren dus eerdere eigenaars van het goed. Voor 1501 verkocht de laatste, Minne Kynskaz genoemd, Roorda aan de hoofdeling Oene Jousma (zie Jousma te Wirdum). Blijkbaar waren er meer gegadigden, want in 1516 pretendeerde Wyben Boulsma, lid van het Leeuwarder stadsbestuur en eigenaar van Boulsma te Hijum, dat de vader van Douwe Jousma de state en landen aan hem, althans aan zijn voogden, ontweldicht ende lange tyt onrechtelick gebruyct heeft. Tijdens de (tijdelijke) verbeurdverklaring van Douwe Jouwsma's goederen rond 1516/1517 trachtte hij de state terug te krijgen. Noomen schrijft: "In 1511 en 1529 was Douwe Jousma, Oenes zoon, eigenaar van Roorda. De Jousma's waren afkomstig uit Leeuwarderadeel. Met de verwerving van Roorda in Wergea lijkt Douwes grietmanschap van Idaarderadeel rond 1510 samen te hangen. In zijn testament van 1529 vermaakte hij Roerda gued deer ick nu op wannye ende icket bruken byn aan zijn zoon Oenna; hij noemde daarbij ook de kleine fenne by myn hoefgraft. Oene zou echter alleen het oorspronkelijke Roorda krijgen, zoals het van Minne Roorda was gekocht; niet het later erbij verworven land. Aan zijn dochters Hys en Kunier gaf Douwe onder Wergea eveneens goederen. Douwe stierf in 1532; in de kerk van Wergea is nu nog de gigantische grafzerk van Douwo van Jousama en zijn beide echtgenoten His Camstra en Hylck Harinxma aanwezig.(1) In 1543 bewoonde een Hessel Roerda "Roerda guedt", dat toen eigendom was van zijn vrouw Thiet Janckes Douwema, weduwe van Oenne Jousma; Oenes zuster Kunier Jousma bezat met haar man Antoenis Galama eveneens goederen in Wergea, ondermeer Palmere of Palmagoed (zie Palma te Wergea). Verder was er in Wergea een Auldt of Lutke Roorda guedt, waarvan een Ydts Ydtsz eigenaar was (SC2).(2) In 1589 kwam het bij testamentaire beschikking in eigendom van Dr. Tyete van Popma thoe Ylst.(3) Volgens dit testament was het slot door een gracht omgeven en was toegankelijk door een poortgebouw 'met Liuen' (leeuwen). In de tuin bevond zich een vijver. Noomen schrijft verder: "In 1619 was Oud Roorda in Wergea nog eigendom van Tyete Popma en zijn tweede vrouw Anna van Feytsma. Zij maakten in dat jaar hun testament; Oldt Roorda staten in Warregae, groot nu synde ontrent tachtich pondematen met het huys, hoybergh ofte schuyere, hoven, poorte, plantagie, swanejacht en de huyssteden in Warregae op den Lutkebuyren zouden komen aan hun zoon Hessel, die in 1640 inderdaad eigenaar en bewoner van Oud Roorda was. Roorda werd in 1622 door Winsemius als adellijk huis Popma en in 1664 door Schotanus als edele state Roorda aangegeven. De Popma's stichtten in 1664 in Wergea een gasthuis, dat ook later nog als Popmagasthuis bekend stond. Nog in de 18de eeuw waren Oud Roorda en het Popmagasthuis eigendom van nazaten van de Popma's; Oud Roorda werd toen verpacht." Na de dood van Hessel van Popma in 1659, vererft de State op een neef: Wytze Alef van Popma, die in elk geval in 1675 eigenaar is. Hij is eerst luitenant en later ritmeestervan een compagnie onder kapitein Johannes van Velsen. Hij sterft al vrij snel daarna en de State vererft op zijn zus Jel Reyns van Popma, getrouwd met ds. Georgius van Oeveringh Een in het Fries museum bewaard gebleven tekening van Jacobus Stellingwerf uit 1724 geeft het slot nog in deze toestand weer. Het bevatte o.a. negen woonkamers, twee meidenkamers, tien slaapkamers, een braad- en woonkeuken, twee waskeukens, drie grote kelders, twee hooischuren met stallen en een ijshok, om het ijs uit de vijver te bewaren voor de zomer. In 1787 werd het slot door Reynoldus Popma-de Schiffart gesloopt en een herenboerderij gebouwd: een woonhuis met erachter een schuur. Het woonhuis bevat ter weerszijde van de hal een kamer. De rechter kamer bezit nog een rijk gebeeldhouwde schouw. Het middengedeelte van de voorgevel is van een vlaamse topgevel voorzien, die bij de restauratie weer een klokvormige beëindiging heeft gekregen. Mogelijk zijn enkele funderingen van het oude slot gehandhaafd. Opmerkelijk is dat in 1787 nog schuiframen met een kleine ruitverdeling, gescheiden door een kalf is toegepast. Het is niet ondenkbaar dat enkele onderdelen van het afgebroken pand zijn herbruikt. In 1843 moest het pand wegens schulden worden verkocht. Toen is de schuur achter het gebouw gesloopt. In deze eeuw zijn de vensters van de linker kamer van de z.g. empire-vensters voorzien. De bekroning van de vlaamse gevel is in het begin van deze eeuw verdwenen. De grachten zijn na de Tweede Wereldoorlog gedempt. Het voorname 18de-eeuws huis is een aantal jaren geleden gerestaureerd. Vermeldenswaard is nog dat in het boek van Nienke van Hichtum, 'Afkes Tiental' een passage voorkomt over het bos van het oude slot. Jetse en zijn vriendjes proberen hierin de stokslagen van de boze boswachter Ouwe Meint met zijn houten been te trotseren, om de mispels in de tuin te kunnen plukken. (1) De grafkelders van de bewoners van de belangrijkste staten van Wergea, Roorda en Groot Palma, liggen bij het koor. (2) Ydts Ydtsz noemde zich naar zijn eigendom Van Roorda, hij woonde echter op Nijdamstra in Grouw. "Genealogia Ayttana": "Fercku, de vierde dochter van Gerbrandus (Aytta) en Jetz (had) uit een tweede huwelijk met Sydtse Ates een zoon en twee dochters. Saeck, de eerste dochter van Fercu bij Sydtze, trouwde met Idtz Idtsz van Roerda, die tussen Irnsumazijl en Aegum woonde op Nijdam in de parochie van Grouw". (3) Zie voor hem Popma te Nes (Dongeradeel) en Popmaburen te IJlst. Tiete Epez Hettinga, een broer van Tiete Popma's moeder Ymck Hettinga, was getrouwd met Douwe Jousma's kleindochter Hylck Anthonisdr Galama; Tiete Hommez Hettinga alias Peter Harinxma, een oom van Ymck Hettinga, was getrouwd met Douwe Jousma's dochter His. Volgens Wielinga, Langs stinsen, 30, zou Roorda in 1589 bij testament aan Tiete Popma zijn gekomen. |
Eigenaren |
- 1423 Siurd Roarda - voor 1500 Kensch Roerda - voor 1501 Minne Kynskaz Roerda - 1501 Oene Jousma te Wirdum (koop) ca 1511 - 1532 Douwe Jowsma (zoon), eigenaar 1532 - voor of in 1543 Oenne Jousma (zoon), getrouwd met Thiet Janckes Douwema ca 1543 Thiet Janckes Douwema (weduwe), hertrouwd met Hessel Roerda 1589 - 1620 Tyete of Titus Popma, tr. (1e) Frouck Epes van Bootsma, (2e) Anne Hessels van Feitsma 1620 - 1659 Hessel van Popma (zoon) 1675 Wytze Alef van Popma (neef) in of voor 1698 - na 1728 Jel Reyns van Popma (zus), getrouwd met ds. Georgius van Oeveringh - 1832 Reinhart Popma de Schiffard |
Huidige doeleinden | De boerderij is nu een museum, met o.a. stijlkamers uit de 18e en 19e eeuw. |
Opengesteld |
Voor de openingstijden van het museum kunt u kijken op de webpagina: www.roordastate.com of bellen tel. 058-2553152/2550898 |
Foto's |
|
Bronnen |
Tekst: Een deel van de tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van
www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze
"Stinzen Fryslân". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in
middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren,
Hilversum 2009 "Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland", 1979 Afb. 1: Collectie Fries Museum Foto 1: Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979 Afb. 2: origineel vermoedelijk in prentenkabinet Fries Museum Foto 2: Archief Inspectie Volkshuisvesting (www.tresoar.nl) Foto’s 3 t/m 7 en 9: Jan Leemburg Foto 8: Siep van Lingen (collectie Tresoar) |