Amelandshuis

Ligging Het Amelandshuis stond aan de Voorstreek te Leeuwarden.

Oude foto van het Amelandshuis voor de verbouwing uit ca 1865

Andere benaming Cammingha-huis
Ontstaan In elk geval stond hier in de 14e eeuw al een stins.
Geschiedenis Aan de Voorstreek te Leeuwarden stond voorheen het Cammingha-huis, later veelal Amelandshuis genoemd omdat de eigenaren ook Vrij- en Erfheer van Ameland waren. Dit grote, vierkante, grijs gepleisterde gebouw trok ondanks die grijzigheid de aandacht door de lange rij wapenschilden op de kroonlijst, drie verdiepingen hoog boven de straat.
Het eerste huis op deze plaats werd in de 14e eeuw, of al eerder, gesticht door de Cammingha’s. Dat gebeurde opeen erg strategische plek, namelijk in de hoek die gevormd werd door de Ee en de Vliet. Dat waren toen nog riviertjes en twee van de drie belangrijkste scheepvaartverbindingen van het toenmalige kleine havenstadje Leeuwarden naar het achterland. Vanaf deze plek kon men bijna alle verkeer en vervoer van en naar de ‘stad’ controleren en beheersen.

Het huis lag in een grote hof die ruwweg begrensd werd door de huidige Voorstreek, het Hoeksterpad, de Bleeklaan, Oostersingel, Piet Hein straat, Vliet en Tuinen. De stadsgracht is later dwars door deze hof heen gegraven.

De eerste persoon die we in verband met dit huis vermeld vinden is Gerrit Cammingha, die in 1399 door de graaf van Holland, overigens maar voor korte tijd, werd beleend met de ‘stad’ en wijde omstreken. Zijn verdere bezittingen zijn teveel om hier op te sommen, maar ter illustratie van zijn rijkdom kan vermeld worden, dat zo ongeveer het hele noord-oostelijke deel van de huidige stad Leeuwarden, van Het Vliet tot de Dokkumer Ee, op zijn grond is gebouwd. De noordoostelijke wijk van Leeuwarden heet dan ook niet voor niets Cammingaburen.
Overigens is er meer dat nog aan deze familie herinnert, want op ongeveer de plek een stukje ten oosten van de stad waar vroeger Camminghaburg stond, staat nu het voetbalstadion van Cambuur.

Langzamerhand ontstond er een buurt langs de randen van de Amelandshof. In eerste instantie langs de Ee (Voorstreek), waar veel ambachtslieden zich vestigden. Vlakbij de handelsstad en haven, maar niet onderhevig aan de zware belastingen van diezelfde stad. Een en ander blijkt uit een verdrag dat Pieter Cammingha in 1435 sloot om de dorpen Oldehove, Nijehove (Oud Leeuwarden) en Hoek (de buurt rond zijn Amelandshuis) samen te voegen tot één stad. Hoewel met grote tegenzin, werd hij gedwongen dit verdrag te tekenen, maar dat deed hij pas nadat hij ervoor had gezorgd dat hij dan een heel dikke vinger in de bestuurlijke en financiële pap van de nieuwe stad kreeg.

In 1450 vinden we plotseling een andere naam: Ritske Jelmera. In dat jaar liet hij het eiland Ameland en het ‘Amelandshuis’ na aan zijn kleinzoons Romcke, Keimpe en Haye Jelmera, die zich achtereenvolgens ook Heeringa en Cammingha noemden.
Haye liet in 1466 het huis, dat toen Heeringahuis werd genoemd, versterken met een "Bolwirck mit balsteen"; een stins dus. Toen deze Haye in 1486 het moegestreden hoofd ter ruste legde, erfde de oudste zoon uit een eerder huwelijk van zijn vrouw, Pieter Sickes Cammingha (een echte Cammingha dus) ondermeer Ameland en het Amelandshuis.
Pieter heeft een grote rol gespeeld in het zogenoemde Bieroproer van 1487, waarbij Leeuwarden door ongeveer 8.000 Schieringers werd geplunderd en vele doden te betreuren waren. En dat omdat de stad iedereen binnen de poorten wilde verplichten alleen het (slechte) plaatselijke bier te drinken, gebrouwen met het brakke water dat daar toen nog uit de putten kwam.

Pieters jongste zoon Haye van Cammingha erfde in 1521 het Amelandshuis en 20 jaar later ook het eiland Ameland van zijn broer Wytze. Toen Haye in 1558 door Feije Houwerda van Meckema werd vermoord, had hij blijkbaar geen kroost, want zijn bezittingen werden geërfd door Pieter van Cammingha, een zoon van zijn broer Sicke.
Deze derde Pieter, getrouwd met Franske van Minnema, was lid van het ‘Verbond van Edelen’ tegen Spanje en moest daarom het land uit vluchten. Voor hij vertrok schonk hij echter zijn bezittingen aan zijn kinderen, waarbij zijn jongste zoon Frans het Amelandshuis kreeg. Zijn uitgestrekte bezittingen konden door die transacties niet door de Spanjaarden onteigend worden.

Watze van Cammingha, zoon van Frans, is vijf jaar oud als zijn vader sterft. Zijn twee broers sterven jong, zodat hij zijn vader opvolgt als eigenaar van het huis en erft later ook Ameland van zijn neven Pieter en Wytze, onder voorwaarde dat hij hiervoor 50.000 goudgulden aan de weduwe van Wytze zal betalen. In 1648 trouwt hij met Rixt Keimpesdr van Donia; bij de trouwinschrijving blijkt hij "van Ameland" te zijn. Ze woonden niet steeds (of helemaal niet?) op het Amelandshuis: in 1654 en 1656 wonen ze op Walta State te Tjerkwerd en beide worden ook begraven in Tjerkwerd. Bij zijn dood in 1668 laat hij alles na aan zijn vrouw Rixt van Donia.
Hun zoon Frans Duco van Cammingha volgde zijn vader op als Vrij- en Erfheer van Ameland. Deze Frans Duco liet het oude en door de tand des tijds aangevreten huis afbreken en in 1678 een heel nieuw huis bouwen. Op het nieuwe huis werd in het midden op de gevel een steen ingemetseld met de wapens van Cammingha, Heeringa, Jelmera en Unia. (Deze steen is in 1795 tijdens de periode van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ weggebroken.)

Op de kroonlijst werden de 32 ‘kwartierwapens’ van zijn voorouders aangebracht. Hij stierf kinderloos in 1680 en liet zijn bezit na aan zijn moeder, die hem echter maar kort overleefde. Alle bezittingen vielen daarna toe aan de kinderen van Georg Wilco en Georg Frederik thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg.

Deze erfgenamen verkochten in 1691 hun aandeel in het Amelandshuis voor 6.050 goudgulden aan één van de mede-erfgenamen: Isabella Susanna barones thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg, beter bekend als Gravin Carlson door haar huwelijk met de Zweedse prins Gustaf Carlson. Zij was schathemeltjerijk en de grootste grootgrondbezitter van Friesland. Zij was o.a. ook eigenaresse van Groot Terhorne te Beetgum en Hemmema/Osinga State vlakbij Beetgum. Zij heeft de nodige veranderingen aan het huis laten uitvoeren in 1691 en 1715. In haar testament van 1718 vermaakte zij o.a. het Amelandshuis aan haar neef Georg Wolfgang thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg, met de bepaling dat deze bezittingen altijd op de oudste zoon zouden overgaan.
Hierdoor kwam het huis achtereenvolgens in handen van Georg Frederik (II) baron thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg, beroemd staatsman en auteur van het Fries Charterboek; Georg Wolfgang Carel Duco I (in 1783), grietman van Menaldumadeel; Georg Frederik III (in 1808), ook grietman van Menaldumadeel die het Amelandshuis liet verbouwen en bepleisteren en als laatste mannelijke eigenaar van dit geslacht Georg Wolfgang Carel Duco II, die het huis in 1869 nog liet uitbreiden waarbij het voorpleintje werd volgebouwd en er aan die kant alleen een smal straatje overbleef naar de achterdeur.
Deze laatste heeft waarschijnlijk het Amelandshuis aan Tjepke Gratama verkocht, die rond de eeuwwisseling met zijn broer(s) in het huis woonde.

Op 16 november 1904 werd het huis na publieke verkoop gegund aan Juliana Agatha Jacoba barones thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg, een nicht (oomzegster) van de laatste eigenaar uit die familie. Zij betaalde f. 24.903,- voor het grote huis en de erachter liggende tuin.
De heer Hepkema schreef de volgende dag in zijn ‘Nieuwsblad voor Friesland’ o.a. dat, de reputatie van deze Rooms Katholieke dame en haar overleden man kennende, het huis wel een gesticht, hospitaal of pastorie zou worden.
Die voorspelling bleek een schot in de roos te zijn, want na een flinke verbouwing werd in maart 1906 het Amelandshuis omgedoopt tot ‘Sint Bonifatius Hospitaal’, plaats biedend aan 60 patiënten. In 1913 werden er, ook op kosten van Juliana, 10 ziekenkamers voor klasse-patiënten bijgebouwd. In een van deze kamers is de barones op 11 juni 1914 overleden.

Op 27 en 28 mei 1935 vertrokken de zusters met hun 62 patiënten naar een nieuw gebouw aan de P.J. Troelstraweg om plaats te maken voor de bejaarden die het tot ‘Sint Jozef Pension’ omgedoopte huis in 1937 kwamen bevolken. Ook voor hen werd de ruimte te krap en in december 1979 vertrokken zij naar een nieuw gebouw. Sindsdien stond het huis jarenlang leeg en verlaten.
Hoewel de gemeente Leeuwarden het huis graag had willen kopen voor een redelijk bedrag, werd het verkocht aan een speculant die net iets meer bood. Na enkele keren van hand tot hand gegaan te zijn, werd het eigendom van Beerends Beheer B.V. te Amsterdam. Dit bedrijf was o.a. ook eigenaar van het beruchte kraakpand "De Grote Keijser" in Amsterdam. Wat toen al meteen gevreesd werd gebeurde enige tijd later ook. Terwijl een aannemer nog met sloopwerk bezig was om het pand "te rehabiliteren" brandde het tot de grond toe af. Het zou aangestoken zijn door "baldadige jeugd".

Na het opruimen van het puin heeft de archeologische dienst ter plaatse nog een onderzoek gedaan, waarbij nog de fundamenten van de oude stins tevoorschijn kwamen. Wat verder de resultaten van dit onderzoek zijn geweest is mij niet bekend.
Bewoners 1399 Gerrit Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
1435 Pieter Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
1466 Haye Jelmera, Vrij- en Erfheer van Ameland
1486 Pieter Sickes van Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
1521 Haye Pieters van Cammingha, werd in 1541 Vrij- en Erfheer van Ameland
1558 Pieter Sickes van Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
- 1608 Frans Pieters van Cammingha
1608 - 1668 Watze Franses van Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
1668 - 1676 Rixt van Donia, wed Watze van Cammingha
1676 - 1680 Frans Duco van Cammingha, Vrij- en Erfheer van Ameland
1680 - 1691 fam. Thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
1691 - 1718 Isabella Susanna barones thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg (Gravin Carlson)
1718 Georg Wolfgang thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
Georg Frederik II baron thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
1783 Georg Wolfgang Carel Duco I baron thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
1808 Georg Frederik (III) baron thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
Georg Wolfgang Carel Duco II baron thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
Tjepke Gratama
1904 Juliana Agatha Jacoba barones thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg
1906 Sint Bonifatius Hospitaal
1937 Sint Jozef Pension
1980 Beerends Beheer B.V.
Nu staat er moderne nieuwbouw
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld De nieuwbouw op de plaats van de vroegere State is niet toegankelijk.
Foto's Oude foto van het Amelandshuis uit ca 1910 Foto van het Amelandshuis uit ca 1975 Foto van het Amelandshuis en Amelandspijp uit ca 1975
Foto van de kwartierwapens op het Amelandshuis uit ca 1975 Foto van het Amelandshuis op 16 februari 2007 Foto van de kwartierwapens op 16 februari 2007
Tekening van het huis door Hendrik Wensel uit 1781 Afbeelding van het huis van voor 1869 Schilderij van het gezin van Georg Wolfgang thoe Schwarzenberg (1743)
Bronnen Tekst: "Het Heer van Ameland’s huis" door J. Leemburg in ‘Hospitaliteiten’, het personeelsblad van het Sint Bonifatius Hospitaal, januari 1981
"Leeuwarden voor 1435" door Dr. J.R.G. Schuur, 1979
"Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden" door W. Eekhoff, 1846
‘knipsels’ uit het archief van het Sint Bonifatius Hospitaal
Leeuwarder Courant, o.m. van 31 oktober 1980
Nieuwsblad voor Friesland van 19 november 1904
Foto 1 en 2: Website van Tresoar
Foto 3 t/m 7: J. Leemburg
Afb. 1 en 2: Stinsen en States, adellijk wonen in Friesland, 1992
Afb. 3: Archief van J. Leemburg