Biniastins te Almenum

Ligging De stins/state lag vermoedelijk aan de westzijde van de terp. Dit terrein wordt tegenwoordig aan noord- en oostzijde begrensd door de Willem de Zwijgerstraat in Harlingen.

Foto van de (woon)boerderij bij Biniaterp op 8 mei 2009

Andere benaming Bengeterpstera landzeta, Berningatherp, Byngeterpsteragued, Bennieterp
Ontstaan Biniaterp wordt in 1420 voor het eerst als adellijke woonplaats genoemd.
Geschiedenis Deze terp was oorspronkelijk de kern van een zelfstandige parochie. Vanaf de dertiende eeuw komt de naam voor als ‘Berdingadorp’ (de parochie), ‘Birdingaterp’ (de buurschap, 1420), ‘Berningatherp’ (1423), ‘Bengeterpstera landzeta’ (1471), ‘Byngeterpsteragued’ (1543), ‘Bennieterp’ (1640), ‘Biniaterp’ (1850). In de late 14de en 15de eeuw woonde hier een hoofdelingengeslacht. In 1540 lag er waarschijnlijk nog een stinswier.
Als adellijke woonplaats komt Biniaterp voor het eerst in 1420 voor. Upcke te Birdingaterp sloot in dat jaar met andere Schieringers uit de Vijfdelen een verdrag met de Oostfriese hoofdeling Ocko ten Broek en de stad Groningen. Hij stierf in 1426 en werd begraven in Hitsum, waar hij waarschijnlijk woonde op een uit de familie van zijn vrouw afkomstige stins.(*1) Zijn zoon Renick kreeg in 1423 een vrijgeleide van de graaf van Holland en nam in 1429 samen met anderen het initiatief tot hervorming van het klooster Ludingakerke. Ook hij woonde waarschijnlijk te Hitsum.
Upcke Renicks, in de volgende generatie, woonde in 1468 eveneens op de stins in Hitsum, maar wordt in 1475 met belangen in Hichtum genoemd en was in 1492 schepen van Bolsward. In deze en in volgende generaties wordt geen relatie meer met Biniaterp vermeld.(*2) Wel verwierf Upcke Renicks in 1453 door koop nog een belangrijk goed in Almenum: Gratinga state. De families Gratinga en Burmania stammen van hem af.

In de 16de eeuw kende Biniaterp geen adellijke bewoning meer. Alleen de prebende ‘Byngeterpstera proeven’ in de kerk van Almenum-Harlingen en misschien een stinswier herinnerden nog aan de oude glorie. Waarschijnlijk viel ook het bijbehorende grondbezit uiteen: in 1511 werden te Biniaterp twee complexen land van resp. 35 en 23 pm gebruikt, in 1700 werd slechts 9 pm genoemd. In 1718 stond er geen huis meer, maar berustte er nog wel een stem op. In de tweede helft van de 19de eeuw zou de naam worden gebruikt voor een nieuw gestichte boerderij.
In de 13e eeuw was Berdingadorp nog één van de parochies in de buurt van Almenum. Evenals de dorpen Medumwart en Dikesherna en een deel van de landerijen van Gerbranda state (FC7) verdween het gebied van deze parochie in de late Middeleeuwen deels in zee, waarna opheffing van de kerk en fusie met Almenum volgde. Mogelijk hangt de verplaatsing van de woonplaats van de hoofdelingen van Birdingaterp naar Gratinga state en naar Hitsum daarmee samen.

(*1) Zie Gratinga te Hitsum.
(*2) Wel bezat Wlck Wyghersma blijkens haar testament van 1471 dae landen toe Bengeterp deer Bengeterpstera landzeta nuu in syn heer haeth. Wlck kan genealogisch niet goed geplaatst worden.

Bewoners 1420 Upcke te Birdingaterp, overl. 1426 te Hitsum, gehuwd met Geel Ockinga. Zoon:
1423 Renick Upckes te Birdingaterp, 1423, 1429, 1434. Zoon:
Upcke Renicks te Hitsum, vermeld 1453-1494.
1511 Sicko Wyerda (35 pm), Aene tho Benningheterp (14 pm) en Schelte Tyersma (9 pm) eigenaars te Biniaterp
Huidige doeleinden onbekend
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
Foto 1: Jan Leemburg