De Borg te Terzool

Ligging Deze state lag aan het Westerein onder Terzool, gemeente Súdwest-Fryslân, iets ten noorden van Itsma/Albada.
Ontstaan Omtrent het ontstaan van de stins is niets bekend.
Geschiedenis Ten noorden van Itsma-of-Albada moet De Borg hebben gelegen. De intrigerende naam op den Burch werd in 1511 reeds genoemd.
Aan het begin van de 16de eeuw was De Borg deels klooster- en deels adellijk goed. De eerst bekende adellijke eigenaar was Feycke Harincxma, hoofdeling in Sneek. In 1511 pachtte Sybrant opden Burch voor 11 floreen land van Nijenklooster, voor 8-0-0 floreen van de Sneker hoofdeling Louw Donia, een schoonzoon van Feycke Harinxma, en voor 1-20-00 floreen van Dowa Otten (Wigara). In 1543 blijkt uit dit goed een rente te gaan naar de pastorie van Terzool, welke rente eerder op Syboltsmagoed had gelegen.(1)
In de loop van de 16de eeuw kwam het seculiere deel van De Borg aan de familie Hobbema-van Albada. (2) In 1680 verkochten Idzart Albada van Hettinga en zijn broer Jelle Gerrolt Hobbema van Hettinga,(3) 7 pm land uit de sate Den Borch, groot 30 pm; door niaar wordt het aan de heer Wyckel toegewezen. Deze verkoop geeft aanknopingspunten voor een localisatie, zoals straks zal blijken.
Ook het monastieke deel van De Borg kan verder gevolgd worden. In 1638 werd in Terzool voormalig land van Nijeklooster verkocht dat voor 12-20-0 floreen was aangeslagen. Ook deze verkoop geeft aanknopingspunten.
De naam De Borg krijgt, gecombineerd met de strategische ligging aan de Oude Sneker Vaart en de gedeeltelijke eigendom van de Harinxma's van Sneek in de 15de eeuw een bijzondere betekenis. De kans lijkt groot dat deze "Harinxma-borg" een functie heeft gehad in het netwerk van militaire steunpunten langs de waterwegen in de Zuidwesthoek. Waarschijnlijk heeft Low Doeinga stens brand van dae jenna deer nu in Soel wennya ende mey toe da brand wessa habbe (4) op de Borg betrekking. In 1508 werd over de afwikkeling van de schade van deze stinsbrand een compromis tussen Louw Donia en de Terzoolster gemeente gesloten.
De ligging van de Borg wordt op de kaart van 1718 aangegeven op FC16. FC16 werd in 1700 voor 12-20-0 floreen aangeslagen. De verkoop van het kloosterland in 1638 heeft duidelijk betrekking op deze sate: gelijk floreenbedrag en gelijke pachter. De Borg was in 1511 echter veel groter.
Op goede gronden is verondersteld dat het volgende floreennummer, FC17, in 1700 voor 8-0-0 floreen aangeslagen, met het Donia-deel van De Borg in 1511 overeen zou komen. Het floreenbedrag wijst in die richting, evenals de nabijheid van FC16 en FC17. De Borg van 1511 zou dan in twee delen zijn gesplitst: FC16 kloostergoed (in 1708 De Horne geheten) en FC17 adelsgoed. Deze constructie wordt bevestigd door het feit dat FC17 in 1640 inderdaad eigendom was van Hector Hobbema, de grootvader van de verkoper van de land van De Borg in 1680. Ook de grootte en de eigenaar van 1700 bevestigen de hypothese.
Omdat volgens de floreencohieren van 1708 en 1850 sate FC16 De Horne geheten zou hebben, maar volgens de kaart van 1718 hier De Borg lag, zouden bij deze hypothese de namen en/of de huisplaats(en) binnen het grote bedrijf van 1511, en mogelijk ook de eigendomsrechten binnen het goed, in de 16de eeuw verwisseld moeten zijn. Dit lijkt inderdaad goed mogelijk; de kaart van 1718 geeft vlak naast de boerderij De Borg nog een verlaten huisplaats of "stemmende stelle". Misschien gebeurde dit ook nadien - tussen 1708 en 1850 - nog.(5)
De conclusie is dat De Borg waarschijnlijk ten noorden van Itsma-of-Albada heeft gelegen op FC16, en dat in 1511 het land van FC16 en FC17 erbij hoorde.

(1) Er wordt meegedeeld dat Feycke Harincxma (gest. 1471) en Agge Donia deze verplichting van Syboltsma op De Borg hadden gelegd. Fridsma huysfrouw is Louw Donia's dochter Tjaertke, gehuwd met Iwe Fritema. Syboltsma was in 1525 eigendom van de Donia's en werd toen met Wigara gedeeltelijk aan Douwe Wopckes verkocht. Zie Groot Wigara.
(2) Mogelijk was De Borg begrepen in de verkoop in 1564 van land van Pieter Fritema aan Hette van Albada. Walsweer, Albadaleen, 112; RR, 11.
(3) Zij waren kleinzonen van Antje Hobbema (die op haar beurt een kleindochter was van Hette van Albada die in 1564 land van Fritema kocht en zonen van Christina van Albada (van Speers) en Anthonius van Hettinga. Zie Itsma te Terzool.
(4) Oosterhout, Snitser recesboeken, nr. 3196. Ook Louw Donia's schoonzoon had het aan de stok met de Terzoolsters. In 1527 kreeg deze, Yvo Frittema van het Hof van Friesland gelijk in zijn bezwaren tegen de electie oft koer totter vicarien van Terzool. (Met dank aan Hein Walsweer).
(5) De grootte van FC17 in 1850 komt niet overeen met die in 1700. In 1849 hadden noch FC16, noch FC17 een huis. Ook het feit dat Itsma en de aangrenzende Borg een tijdlang in handen van dezelfde eigenaars waren - Albada en Wyckel -, kan tot verschuivingen in de administratie en het gebruik van de bijbehorende landerijen hebben geleid.

Eigenaren/Bewoners - Feycke Harincxma, hoofdeling in Sneek, gestorven 1471. Dochter:
- Katryn Harinxma, testeerde 1501, trouwde (1) Lou Donia, 1511 eigenaar. Dochter:
- Tjaertke Donia, trouwde ca. 1518 met Iwe Fritema, gestorven 1540. Zoon:
- ?Pieter van Frittema, raadsheer in het Hof van Friesland, sterft 1589
- ?Hette van Albada, grietman van Rauwerderhem, gestorven 1587. Dochter:
- Christina van Albada, gest. ca. 1569, getrouwd met Jelle Hobbema. Zoon:
- Antje Hobbema, in 1640 mede-eigenares van FC17. Haar kleinzonen Hobbema van Hettinga en Albada van Hettinga verkochten in 1680 De Borg. Niaarnemer werd de heer Wyckel
- secr. Hendricus van Wyckel, 1700 eigenaar

Huidige doeleinden Van de state is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen Fryslân". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009