Doënga State

Ligging Deze state stond ver ten noordoosten van Burum, gemeente Kollumerland.
Andere benaming Dongabosch
Ontstaan Het is niet bekend wanneer de state is gebouwd.
Geschiedenis Doënga State lag op het zogenoemde Oech of Oogh dichtbij Munnekezijl. Oog betekent in dit kader eiland, zoals in Schiermonnikoog. Deze hoger gelegen landerijen hebben ooit een eilandje gevormd en de omvang ervan is nog te herkennen aan de loop van de oude zeedijk aan de noordzijde en die van de Lauwers aan zuid- en oostzijde.
Ook dit goed was eigendom van het Gerkesklooster. De monniken van dit klooster zullen ongetwijfeld hun kennis en ervaring ingezet hebben bij de inpoldering van dit gebied, zoals op veel plaatsen rond de voormalige Middelzee ook gebeurd is.

In de 16e eeuw werd het goed vrij zeker bewoond door Jacob Doënga of Dongha. Deze had twee zoons: Jelte en Claes. Aangezien Jelte later voorkomt oppen Ham bij Groot Aduwert mogen we aannemen dat Claes op Doënga State heeft gewoond. Hij en zijn vrouw Thee Roelofsdr. hadden een zoon en een dochter, Lyuwe en Beauck. In 1613 was Claes reeds overleden, want dan wordt zijn broer Jelte vermeld als mede-curator over zijn kinderen.
Lyuwe trouwde met Antje Botma met wie hij in 1633 opt Oogh en dus vrij zeker op de state woonde. In 1640 woonde hij er zeker en vier jaar later kocht hij de state van de provincie als voormalig kloostergoed voor de som van 19.170 goudgulden. Een vorstelijke som geld, maar er hoorde dan ook maar liefst 135 pondemaat land bij. Een flink bezit vergeleken bij andere boerderijen die destijds gemiddeld een oppervlakte van zo’n 35 pondemaat hadden en de state zal ongetwijfeld ook bovengemiddeld zijn geweest.

Lieuwe had drie kinderen: Anna, Suffridus en Nicolaes. De laatste was in 1657 secretaris van Oostdongeradeel en stierf vóór 1696 waarna zijn nalatenschap in handen kwam van zijn broer en zuster. In 1696 legateerde Anna aan haar achternicht Anna van Aitzema de helft van Dongabosch bestaande uit huisinge, schuur, hovinge, poort, graft, singels, boomen ende plantagie. De andere helft was eigendom van de oud-Faendrick Suffridus van Doënga die zijn helft in 1704 verkocht aan Repke Jansen Froma, dijkgraaf van Burumerland en het Oostelijk Nieuw Kruisland.
Waarschijnlijk is de state sindsdien niet meer door de eigenaren bewoond maar als boerderij verpacht.

Indertijd kon mr. Andreae aan het ruime hornleger en de brede grachten nog zien waar de state heeft gestaan. Op Google Earth is daar nu niets meer van te ontdekken.
Bewoners 16e eeuw Jacob Doënga
Claes Doënga
1633 Lyuwe Doënga en Antje Botma
Anna, Suffridus en Nicolaes Doënga
Anna van Aitzema en Suffridus van Doënga (50/50)
1704 Anna van Aitzema en Repke Jansen Froma (50/50)
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
mr. A.J. Andreae, Kollumerland en Nieuw Kruisland, 1883-1885