Ligging
|
Deze State stond "een vierde uur gaans" ten noordwesten van Hallum,
gemeente Ferwerderadiel, aan de Hoge Herenweg 35.
|
Andere benaming
|
Groot Feitsma
|
Ontstaan
|
Het stichtingsjaar van de State is mij niet bekend.
|
Geschiedenis
|
Feitsma werd waarschijnlijk pas halverwege de 16de eeuw een adellijk huis. Het
lijkt geïdentificeerd te mogen worden met de 52 pondematen en 5 grazen land die
Taco Mockema in 1511 voor fl. 24 aan Harmen Jeppema verhuurde; in 1540 was Wyger
Feytsma de eigenaar en gebruiker van dit land. De grootte en huur komen redelijk
overeen met de waarden die uit later tijd over Feitsma-state bekend zijn. Wyger
was getrouwd met Auck Marckla, de weduwe van genoemde Taco Mockema. Wygers
plaats in de familie Feitsma is onduidelijk; hij zou aanvankelijk Aucks knecht
zijn geweest en was mogelijk een bastaardzoon van Jelger Feytsma.
In 1556 was Jelger van Feytsma, de zoon van Wyger en Auck, eigenaar en bewoner
van Feitsma state. Bij wijze van hypotheek verkocht hij er in dat jaar een rente
uit.
Over deze Jelger van Feytsma zijn verder de volgende gegevens bekend: op 16 dec.
1557 procedeerde juffrouwe Taecke Mockema impetrante contra Jelger Feytsma,
wonende te Hallum voor hem seluen ende cauerende de rato voor Ansck de
huysvrouwe van Oets te Beckum en Aelcke de huysvrouwe van Johan Bechel zyn
susters, gedaechden. Juffer Taecke en Jelger waren halfzus en -broer. In
1557/1558 verkocht Jelger Wygers Feytsma met zijn zuster Aelcke land; in
1559/1560 verkocht Jelger Feytsma een rente.
Zijn dochter Tieth testeert er in 1576; zij was gehuwd met Hajo van Rinia en
vervolgens met Minne van Scheltinga. Volgens Cannegieter was er op Feitsma
State een glasruitje met de namen van haar gestorven kinderen. In 1613 haar
achterneef Jelger Hessels van Feitsma, die het goed misschien had gekocht. Aan
diens zoon Hessel van Feitsma en zijn vrouw Frouck van Douma herinnert een nog
in de boerderij aanwezige wapensteen met het jaartal 1602. Hessel overleed reeds
in 1605. Een zuster van Frouck, Saep geheten, erfde reeds in 1607; daarna is
Ruurd, zoon van Hessels broeder Bocke eigenaar. Mogelijk verwierf hij het goed
uit de decretale verkoop van 1613 waarbij het huis omschreven wordt met `huys,
schuur, graft, valbruggen, cingel, homeien en drie schone tuinen'. Ruurd was
gehuwd met Machteld van Roorda met de baar; zij worden op de torenklok van 1648
vermeld en wonen in 1650 op de state. Ruurd geeft volgens het opschrift opdracht
tot meting van Feitsma- en Oldersma State door Sijds Jans; van deze kaart is een
kopie bewaard uit 1734. Het state-terrein wordt omgracht weergegeven met een
toegangspoort over de noordelijke gracht. De state vererfde op Machteld van
Roorda, als weduwe van Ruurd van Feitsma eigenaresse en bewoonster van Sierxma
State te Deinum. Zij vermaakte Feitsma State te Hallum aan haar zusters jongste
zoon Julius van Eysinga onder voorwaarde dat hij de familienaam Feitsma zou
aannemen. Daarna komt de state aan diens zuster, die er in 1691 testeert aan
haar zuster Lucia. Zij bezit in 1698 de stem van Feitsma State en sterft er in
1718. Een zustersdochter Johanna Beatrix van Sytzama, weduwe van B. H. van Voss
thoe Beesten, erft en volgens Stellingwerf behoorde de state haar in 1722 toe.
De weduwe van hun zoon woont er in 1764 nog. In 1766 worden oude pannen van
Feitsma gebruikt bij de bouw van een brug. Daar er verder niets bekend is over
het huis, is het mogelijk toen afge¬broken. De eigendom is in 1768 in handen van
Duco Martena van Burmania van Goslin¬ga State en vererft verder als dat huis.
Volgens de afbeelding van Stellingwerf was Feitsma State een enkelvoudig huis, dat
men eind 16e vroeg 17e eeuw zou dateren. Dit zal dus nog het huis zijn geweest dat
Hessel van Feitsma bouwde. Het bestond uit een door een zadeldak gedekt huis
zonder verdieping, waarvan de linkerhelft onderkelderd was. Boven de toegang, die
langs een trapje bereik¬baar was, was een zogenaamde Vlaamse topgevel. De
rechterhelft van het huis was niet onderkel¬derd en had daardoor diepere vensters.
Van een traptoren is niets te zien. Over de gracht stond het gebruikelijke
toegangspoortje, hier van een halsgevel voorzien, dus waarschijn¬lijk in de loop
van de 17e of zelfs van de 18e eeuw gemoderniseerd.
Op het omgrachte terrein staat thans een grote boerderij van het kop-hals-romptype.
Het kopgedeelte heeft voorheen in het midden een kelder met opkamer gehad. Aan de
topgevels zijn aanzetkrullen verwerkt, die waarschijnlijk van het voormalige
poortgebouwtje afkomstig zijn, evenals de steen met alliantiewapen Feitsma-Douma
en de initialen H.v.F en F. V. D. en het jaartal 1602.
|
Bewoners
|
1511 Taeke Mockema en Auck Marckla
1540 Wyger Feytsma en Auck Marckla
1556 Jelger van Feytsma
1576 Tieth Feitsma
1602 Hessel van Feitsma en Frouck van Douma
1613 Jelger Hessels van Feitsma
1640, 1650 Ruurd van Feitsma en Machteld van Roorda
Julius van Eysinga / Feitsma
1722 mevr. A. van Sytzama, wed. Van Vos van Beesten
|
Huidige doeleinden
|
Van de state is niets terug te vinden.
|
Opengesteld
|
n.v.t.
|
Foto's
|

|
Bronnen
|
Tekst: Jan Leemburg
D. Cannegieter, Geschiedkundige herinneringen van Hallum, artikelen in de Friesche
Almanak van 1851 en 1852
g. Wumkes, Stads en Dorpskroniek van Friesland, 1930
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk
Oostergo, Ferwerderadeel, 1981
A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1955
Afb. 1: De monumenten van geschiedenis en kunst, Ferwerderadeel
Afb. 2: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners
Afb. 3 t/m 5: Archief J. Leemburg
Foto 1: Jan Leemburg
Foto 2: De monumenten van geschiedenis en kunst, Ferwerderadeel
|