Hania State te Holwerd

Ligging Hania State lag ten zuiden van Holwerd, gemeente Dongeradeel.

Tekening van de State door J. Stellingwerf uit 1722

Ontstaan De State wordt voor het eerst in de 15e eeuw genoemd.
Geschiedenis De oudste vermelding van de Hania's van Holwerd dateert van 1453. In de naam van de pachter van 1511 werd de state Hanygen genoemd. Deze familie Hania stierf in de 16de eeuw uit. Hania werd daarna het huis van een tak van de Aylva's.
In de genealogische literatuur van de 16de eeuw werden de Hania's van Holwerd als tak van een oud geslacht beschouwd, waaruit ook gelijknamige families in andere dorpen zouden stammen. De Genealogia Ayttana vermeldt zo dat "het geslacht der Hanya's zich wijd verspreidde en aan verschillende goederen haar naam gaf". De oorsprong zou in Pingjum liggen; er waren "verschillende zonen, waarvan één Hanya-goed in Pingjum kreeg; de tweede verhuisde naar Holwerd, de derde naar Weidum, de vierde naar Welsrijp. Vele andere goederen die naar deze Hanya's zijn genoemd zijn overal in Friesland te vinden". Dit is echter een fictie. Vergelijkbare constructies van grote familieverbanden werden in die tijd ook met betrekking tot andere families met eenzelfde naam gemaakt.(*1)

De eerst bekende Holwerder Hania is Binnert Hayngha. Hij zegelde in 1453 mede voor zijn vermoedelijke buurman Lijef Iarsma (*2) een stuk over de jaarmarkten in Oostergo. Zijn mogelijke zoon Worp Hania zegelde in 1487 mede voor Hessel Buwinge, eveneens een buurman (*3), het verbond tussen Dokkum, Ferwerderadeel, Dongeradeel en Dantumadeel, en in 1491 het verbond met Groningen.
Weer een generatie later, in 1505, worden Bennert, Sipcke en Sypt Hania(*4) als edellieden in Dongeradeel genoemd. De eerste twee stierven voor 1511; hun erfgenamen hadden toen, evenals Sypt, landerijen in Holwerd en omgeving. Het familiebezit was zo over verschillende Hanianazaten verdeeld: Hania state was aan de erfgenamen van Sipcke Hania gekomen, het nabije goed Op Hargh (FC11) aan de erfgenamen van Bennert, terwijl Sypt in Bornwerd woonde op een waarschijnlijk van zijn moeder afkomstig goed.(*5)

Ritsche Hanijgen bezat in 1511 negen pondematen buitendijks en vijftig pondematen binnendijks land. Een pondemaat is een oude Friese maat en komt overeen met 0,3678 hectare: in totaal bezat hij 21,7 ha.
In 1578 was Ernst van Aylva, toen grietman van Westdongeradeel, eigenaar en bewoner van Hania. Hij was getrouwd met Ydt Herema, een dochter van Bocke Herema en Wyts Hania alias Rennerda; de laatste een dochter van Ayle Rennerda en Yde, weduwe van Sipcke Hania. Zo kwam Hania aan de Aylva's.(*6) Later zou hij zich op Herwey State in Ternaard vestigen, waar hij in 1627 overleed. Behalve van een tak "Aylva toe Herwey" werd hij ook de stamvader van een tak "Aylva op Hania". Hij heeft zich vooral bezig gehouden met de aanleg van dijken in zijn grietenij. Naast grietman was hij ook Gedeputeerde van Friesland en onderhandelde hij met de Spanjaarden om een bestand te kunnen sluiten.
In Holwerd volgde zijn zoon Douwe d'Olde hem in 1618 op als grietman. Diens zoon Ernst van Aylva woonde in 1651 met zijn vrouw Jacomina van Loo op Hania. Volgens de hypotheekboeken leenden zijn tussen 1655 en 1663 grote sommen geld, mogelijk voor verbouwing van het huis. Nadat hun dochter Hester Lucia er korte tijd gewoond had met haar man Maurits Lodewijk van Isselsteijn, kwamen na diens dood in 1675 haar nichten Helena en Elisabeth van Aylva, dochters van Scipio Meckema van Aylva op het huis wonen. Elisabeth huwde Ulbo van Aylva, die volgens Stellingwerf omstreeks 1723 eigenaar van het huis was en grietman van Oostdongeradeel werd. Zijn schoonzoon A. Ae. Lamoraal van Rengers volgde hem in 1725 als zodanig op. Na diens dood kwam de state aan de Ternaarder tak van de Aylva's en woonde Hessel Douwe Ernst er lange tijd. Hessel en zijn zoon Sicco Douwe waren grietman over Westdongeradeel. De laatste bleef het, na een korte onderbreking wegens patriottische gezindheid, tot 1807. Doordat ons land economisch was leeggeplunderd door de Fransen en de ‘patriotten’ konden de erfgenamen geen koper vinden voor de State en de inboedel werd grotendeels bij boelgoed verkocht (Wumkes). Daartoe behoorden ook een fraai ijzeren hek, 23 voet breed met vier stenen pilaren en een fraaie stenen met beelden uitgehouwen vaas, ruim drie voet hoog, en een zonnewijzer op stenen voet. In 1805 wordt er houtboelgoed gehouden onder hovenier Victor Clerfont. De plantage wordt ook in de Tegenwoordige Staat als merkwaardig vermeld. Potter ziet er op zijn wandelingen de 'uitgestrekte bossen en plantages' in 1808 en merkt met spijt op dat ze 'ook wel zullen verdwijnen'. In 1832 is het terrein in vier stukjes verdeeld en eigendom van vier verschillende Holwerder inwoners: Watze Hessels Bierma, Minze Annes de Boer, Tjeerd Jeppes de Boer en Aegele Simons Hemminga. Ook de landerijen zijn dan onder diverse landbouwers verdeeld.

Op de kaarten van Winsemius (1622) en Schotanus (1664) komt Hania als adellijk huis voor.
In 1708 had het adelyke slot ofte huisinge Hania genaemt het recht van vry pellen op de molen van Holwerd. Bij Hania werd rond 1708 ook het land en het hornleger van het aangrenzende Signaeda (FC18) gebruikt, waar rond 1620 een voorhuys staande op een kelder en in 1623 een hoff, singel en porte werden genoemd en dat in 1664 nog als edele state had gegolden.(*7)
Het omgrachte terrein waarop de Hania State stond, kon alleen bereikt via een poortgebouw. Deze had een zadeldak tussen tuitgevels met tot schoudertjes uitgemetselde cordonbanden. In de voorgevel zat een steen met alliantiewapens.
Uit 1722 of 1723 is een afbeelding van de State bewaard gebleven van Jacob Stellingwerf. Op deze tekening staat trouwens ten onrechte Tjessens State. Het huis was tien ramen breed en bestond uit een vleugel van 4 ramen breed met maar één bouwlaag en een vleugel van 6 ramen breed met twee bouwlagen. De middelste twee raamvakken van de hoge vleugel waren nog weer hoger uitgebouwd en voorzien van een kroonlijst en een fronton.
Rond 1785 meldt de "Tegenwoordige Staat" omtrent Hania: 'Deze plaats is merkwaardig wegens haare plantagie, welke ongeveer zeven morgen groot is, en ook een gedeelte beslaat van Jaarsma-state, waarvan byna niets dan de naam is overgebleeven”.' De Hania State zou heel goed gedateerd kunnen hebben uit de 17e eeuw. Uit het archief blijkt dat de familie Aylva in die tijd aanzienlijke hypothecaire leningen aangingen. Tenslotte bevinden zich in het Fries Museum te Leeuwarden sinds 1901 twee uit natuursteen gehouwen knielende figuren. Deze figuren zijn afkomstig van een grafmonument in de kerk van Holwerd en moeten in het midden van de zeventiende eeuw vervaardigd zijn. Welke twee personen ze voorstellen is niet bekend, maar het zouden Hessel van Aylva en zijn vrouw van Brandstede of Ernst van Aylva met zijn vrouw van Hania State kunnen zijn.

(*1) Zoals bijvoorbeeld bij de verschillende families Sytzama-Sytsma-Sytthiema en bij de Liauckema's (Sexbierum) en Lieuwkema's (Makkum).
(*2) Zie Jaarsma State te Holwerd.
(*3) Zie Bonga State te Holwerd. (*4) Zie voor hem ook Rennerda State te Brantgum.
(*5) Zie verder Hania State te Betterwird-Bornwirderhuizen. Waarschijnlijk kan het grondbezit van de Holwerder families Hania en Tjessens vlakbij Dokkum, in Bornwird(erhuizen) en Aalsum, met twee huwelijken met leden van de familie Sipsma in verband worden gebracht. Blijkens een Tjessens-grafsteen in de kerk van Holwerd had Syts Hania van Holwerd, gestorven in 1535, en gehuwd met Ulbe van Tjessens, een moeder Sypsma. Waarschijnlijk was Syts een zuster van Binnert Hania, Sipcke Hania en van Sypt Hania, die te Bornwird ging wonen. Daarmee komt overeen dat in 1511 Ulbe Tjessens (de man van Syts Hania), Sypt Hania, Yde Hania (weduwe van Sipke Hania) en de wezen van Binnert Hania gezamenlijk eigenaars van de helft van een sate te Bornwirderhuizen waren. Mogelijk ging het om aangeërfd goed van de Sypsma's, waarvan bekend is dat ze van de andere zijde van de Paesens, uit Aalsum, kwamen. Een tweede huwelijk van een Holwerder hoofdeling met een vrouw Sypsma lijkt uit de rechten van Ulbet Tjessens' vermoedelijke broer Gercke Tjessens alias Hemminga te kunnen worden afgeleid. In 1511 was Syptsmagoed te Aalsum nog grotendeels eigendom van de Syptsma's; in 1527 blijkt dat Gercke Tyessens Sypsmagoet bij Dokkum van de Sypsma's had geërfd: Sypsma maeden, nv toecommende den eygendom Eesk (T)iessens. Eesck Tjessens was de dochter van Gercke Tiessens.
(*6) Zie ook Rennerda State te Brantgum.
(*7) Kaart van Schotanus van 1664. In 1640 was Signaeda eigendom en woonhuis van juffer Frouck van Popma (van Wergea), weduwe van Aeltze Sipckez Jaersma van Holwerd. Van 1511 tot 1623 was Signaeda echter een pachtboerderij.
Bewoners 1453 Binnert Haijnghe
1487 Worp Hania
1505, 1511 Ritsche Hanijgen
- 1627 Ernst van Aylva
- 1725 familie Van Aylva
1725 Albertus Aemilius Lamoraal Rengers
familie Van Aylva (Ternaarder tak)
Huidige doeleinden Van de State is niets meer terug te vinden. Het ruime terrein is met bomen beplant in een parkachtige aanleg.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Links op de achtergrond het Hania State-terrein (veel bomen) op 25-04-2010 Vogelvluchttekening van de state en het terrein uit ca. 1700 Detail van vogelvluchttekening van de state en het terrein uit ca. 1700
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen
De website hisgis
Elward en Karstkarel, Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1960
Afb. 1: 'Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland', 1992
Foto 1: Jan Leemburg
Afb. 2 en 3: "Kadastrale atlas fan Fryslân"