Ligging | Deze stins stond bij Loënga, gemeente Súdwest-Fryslân. |
Ontstaan | Deze stins ontstond waarschijnlijk in het begin van de 16e eeuw. |
Andere benaming | Andringastins |
Geschiedenis |
De eigenaar van de Bonningastins
Sirick Harinxma en Ath Lous Bonninga had een dochter, Auck Harinxma, die met Ulke
Oenema trouwde. Volgens Josias Rispens, door wie een genealogische handschrift werd
opgesteld, vestigden ze zich in Loënga. Waarschijnlijk betrof dat een nieuw goed, de
Harinxmastins. Dit echtpaar kreeg een dochter Catharina van Oenema, die met dr. Haringh
Andringa trouwde. Hiermee komt deze stins in bezit van de familie Andringa, waardoor ook de naam wijzigde. Catharina en Haringh werden opgevolgd door hun zoon Juw van Andringa. Hij was militair en genoodzaakt om rond 1580 in ballingschap te gaan. Dit omdat hij katholiek was. Toch kwam hij enkele jaren later terug en gaat in Loënga wonen. Het huis vererft weer in vrouwelijke lijn, door Juw's dochter Auck van Andringa. Zij trouwt in 1621 met Fedde Hessels Epema van Koudum. Dit echtpaar had waarschijnlijk geen nakomelingen, want na de dood van beide voor 1626 wordt Lolle Epema hun universeel erfgenaam. Hij is de broer van Fedde. Het goed is in 1640 bezit van zijn erfgenamen. |
Bewoners | |
Huidige doeleinden | |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: P.N. Noomen P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 De website hisgis P.N. Nomen: hartelijk dank voor alle informatie en het vele onderzoek!! |