Geschiedenis
|
Rond 1450 werd de stins bewoonde door Willa Heentiama, olderman van Leeuwarden.
Later is het bewoond geweest door de familie Jongema die ook Jongema State te
Raerd in eigendom had.
In 1524 werd het aangekocht door de “Stedelijke Regering”.
Historicus Eekhoff schrijft in het hoofdstuk “Wandeling door de stad, omstreeks
1550” over dit huis:
“Aan het oostelijke einde van het Naauw staat de stins van den vroegeren
Olderman Willa Heentiama, later door de Jongema’s bewoond, en in 1524 door de
Stedelijke Regering aangekocht.”
In de noot onderaan pagina 194 vervolgt hij:
“Het Floreen-Register van omstreeks 1512 noemt dit huis: “dat ueruallene steens
ende stede bij de Broll breggha hort Wytz Jonghama”.
Heer Goslick van Juwinga, Ridder en Raad ’s Hoffs noemde het: “dat Steenhuys mit
den hoffsteede bij die Broell brugge” bij gelegenheid, dat hij het in 1524
namens zijn zuster Ansck, voor 687 Goudgld. aan Regt en Raad der stad verkocht,
blijkens koopbrief in ’t Stedelijk Archief, No. 161. Misschien wilde de Stad het
tot het St. Jakobs-Gasthuis betrekken. Thans bestaat het gebouw nog geheel,
hoewel het in drie verschillende panden bewoond wordt.”
In 1846 was het oude huis voor Eekhoff blijkbaar nog herkenbaar. Op de plek waar
de stins gestaan moet hebben heeft Sems in 1603 echter al drie woonhuizen
getekend waaraan niets op een (voormalige) stins wijst. Op deze plek in de hoek
van het Nauw en de Grote Hoogstraat staan nu oude woon-/winkelpanden, maar er is
niets meer van een stins in te herkennen.
|