Ligging |
De State stond in de buurtschap ten westen van Dongjum, gemeente Franekeradeel, op het terrein
van het huidige Hovensreed 10 i.p.v. nummer 6 waar Eekhoff de state situeerde.![]() |
Ontstaan | De stins werd waarschijnlijk rond het jaar 1300 gebouwd en werd reeds in 1410 de oude stins genoemd. |
Geschiedenis |
De situatie in Dongjum is ingewikkeld en vergt nader onderzoek. Uit het register van de
rechtsomgang van Franekeradeel uit het begin van de 15de eeuw blijkt dat in het dorpsgebied 10
rechtvoerende staten lagen. Ze waren verdeeld in drie kluften, waarvan twee oude namen op
-werd en -um droegen: Bootwerd en Kitzelum. De derde kluft, "Dongema oerden", geheten lag ten
westen van het dorp. In Bootwerd en Kitzelum wordt een stins vermeld; in Dongema oerden
ontbreekt een stinsvermelding. Wel ontwikkelde Heringastate (FC6), in het begin van de 15de
eeuw één van de drie rechtvoerende staten aldaar, zich in de Nieuwe Tijd tot een goed van enig
aanzien. Het was in de late 15de eeuw een pachtgoed van de familie Siaerda van Franeker.
Tussen 1539 en 1589 wisten de pachters geleidelijk de hele sate in bezit te krijgen. In het
laatste jaar werd het geheel verkocht aan de voorouders van de familie die zich later Heringa
ging noemen. Zie J.W. Heringa, Heringa's uit Dongjum. Geschiedenis van een Friese familie
(Franeker 1978). In genealogische en heraldische handschriften uit de 18de eeuw wordt Heringa
tot Doenjum en Marsum als één familie beschouwd: Heringa, ibidem, 287, 224-225. In primaire
bronnen is echter nooit sprake van adellijke Heringa's te Dongjum. Op de kaart van Eekhoff is
Heringa onjuist op FC7/SC9 in plaats van op FC6 aangegeven. Volgens het floreenkohier van 1700 waren toen “de bys. Hottinga 1/3, Joucke Watses kint, Jan Jansen, ds. Eytsma en Pyttie Lous 1/3”. Deze eigendomsverdeling is niet volledig en vermoedelijk een foutje in de transcriptie waardoor weniet precies weten wie de eigenaren waren van het resterende 1/3 deel van het toen 60 pondemaat grote goed. Teunis Clasen was de gebruiker van de boerderij waarvoor slechts 11-0-0 goudgulden floreenrente betaald hoefde te worden. Een in verhouding tot andere boerderijen een erg laag belastingbedrag, mede gezien het erg vruchtbare terpland waar een groot deel van de landerijen uit bestonden. Rodemersma State aan de andere kant van het dorp was anderhalf keer zo groot (92 pdm) maar daarvoor moest 27 gulden betaald worden, ruim 2½ keer zoveel. Bij het vaststellen van het floreenbedrag voor Heringa State zal het gebouw er vermoedelijk niet erg florissant uitgezien hebben. Rond 1830 was het eigendom van Seerp Pieters Anema, landbouwer te Minnertsga. |
Bewoners |
15e eeuw fam. Siaerda sinds 1589 fam. Heringa 1700 de bijsitter Hottinga, Joucke Watses kint, Jan Jansen, ds. Eytsma en Pyttie Lous 1832 Seerp Pieters Anema |
Huidige doeleinden | Op het terrein staat een boerderij. |
Opengesteld | De boerderij wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk. |
Foto's | Er zijn geen oud afbeeldingen van de state bekend. |
Bronnen |
Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen
overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen",
keuze "stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in: "De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009 website hisgis Foto 1: de heer J. Leemburg |