Ligging | Deze stinsfenne stond waarschijnlijk bij Heeg, gemeente Súdwest-Fryslân. |
Ontstaan | Deze stinsfenne komen we in 1511 in de archieven tegen. |
Geschiedenis |
Onder de hoofdelingen in Heeg komen we in 1511 naast de Harinxma's Sybren en Teta Idzaerdz
tegen, die zonen waren van Idzaert Epesz Hettinga. Idzaert had een broer Humme en samen komen
ze in 1505 voor in het archief als edellieden van Wymbritseradeel. Humme was eigenaar van
de Hettingastins in de Hommerts. Sybren en Teta waren samen eigenaar van deze sate/boerderij in Heeg. Het is niet aannemelijk dat ze gezamenlijk deze stins lieten bouwen, maar dat ze deze geërfd hadden van hun vader. Hierdoor is het aannemelijk dat vader Idzaert al in Heeg op de stins woonde. Eén van de percelen rond deze sate werd 'die Stins fenna' genoemd, waaruit we opmaken dat hier een adellijk huis stond: 'leggende myt die westeregge aen die Lange Schettens'. Hoewel Sybren en Teta samen eigenaar waren, woonde Sybren er. Dit maken we op uit de omschrijving van een aangrenzend perceel, dat 'lecht voer Sibrens huys'. Aan de hand van de overige belendingen concludeert P.N. Noomen dat deze Hettingastins waarschijnlijk niet ver van Graldastins stond. De Lange Schatting lag namelijk ten westen en de kloosteruithof Osingahuizen ten oosten van dit goed. |
Bewoners | |
Huidige doeleinden | |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: P.N. Noomen P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 De website hisgis P.N. Nomen: hartelijk dank voor alle informatie en het vele onderzoek!! |