Geschiedenis
|
In 1399 komen we de eerste bewoner van de stins tegen. Hij heet Here Hottinga en is
een aanhanger van graaf Albrecht van Holland. Voor zijn bewezen diensten wordt hij
in bovengenoemd jaar verheven tot heer van Doedenkerke, een oude naam voor
Nijland.
De kleindochter van Here Hottinga, Foockel, erft de State, maar de naam Hottinga
blijft voortbestaan, doordat haar man Epe Jarichs van Kee de naam Hottinga aanneemt.
De stins heeft veel te verduren gekregen in de strijd tussen de Schieringers en de
Vetkopers, omdat de Hottinga's tot de Schieringer partij behoorden, terwijl het
nabijgelegen Sneek tot de andere partij behoorde.
Jarich Hottinga, de zoon van Epe, woonde eerst in Wommels, omdat hij sinds 1450
grietman van Hennaarderadeel was, maar na de dood van zijn vader gaat hij op de
Hottingastins wonen. Als hij in 1475 sterft, blijft zijn weduwe Swob van Sjaerdema
op de stins wonen. De familie van Swob behoorde tot de Schieringers in Franeker en
deze familie gebruikte de stins als steunpunt. In 1481 wordt het huis langdurig
belegerd door de Snekers, maar het werd niet ingenomen. De bezittingen, die de
Hottinga's nog in Wommels bezaten, werden wel geplunderd.
De zoon van Swob heette Jarich, een man die de Saksische partij steunde, en grote
invloed kreeg, toen deze aan de macht kwam. Hij werd benoemd tot Raad in het Hof
van Friesland en sterft in 1500.
Swob heeft alleen een dochter, Frouck geheten en door haar huwelijk met Tjalling van
Botnia komt de stins in deze familie. Na 1500 is de stins verbouwd tot State en
blijft in de familie Botnia tot 1638. In dat jaar sterft Sijds van Botnia, en zijn
weduwe Elisabeth Alberda uit Groningen hertrouwt daarop met William MacDowell. Met
haar tweede man woonde ze in de State tot haar dood in 1652. De State wordt dan
geërfd door haar zuster Everdina.
Haar dochter Maria trouwde met Gerlich Doys, waarmee de State in deze familie komt.
Dit echtpaar heeft ook alleen dochters, die na hun dood in 1681 de State erven.
Bij de verdeling van de erfenis krijgt Helena Elizabeth Doys de state. Zij trouwde
eerst met Hessel van Bootsma, die in 1674 sneuvelde bij Grave, en daarna met Douwe
van Roorda. Na de dood van Helena Elizabeth blijft Douwe op de State wonen tot 1705.
Hij heeft dan inmiddels zoveel schulden dat hij genoodzaakt is de State te
verkopen.
Nu komt de State door koop in bezit van Helena van Botnia van Jellum, die het huis
na haar dood nalaat aan haar neef Watze Julius van Burmania. Lang heeft de State
daarna niet meer bestaan, want vóór 1749 is deze al grotendeels verdwenen.
Bij dit huis hoorde ook nog een boerderij, die tot 1828 in het bezit gebleven is van
de Burmania's. In laatst genoemde jaar verkopen ze de boerderij aan de pachter.
Van de Hottinga State is een afbeelding bewaard gebleven uit 1722 van de hand van
Jacob Stellingwerf. Het lijkt een eenvoudige zaalstins te zijn geweest, met een
souterrain en een verdieping, gedekt door een zadeldak tussen topgevels.
De bouwstijl wijst op een bouwtijd in de tweede helft van de vijftiende of het
eerste kwart van de zestiende eeuw. Het hoofdgebouw heeft een poortvormige ingang met
een bekroning, die voorzien is van familiewapens. Deze ingang dateert waarschijnlijk
uit de zeventiende eeuw.
Verder is er op de afbeelding een lagere aanbouw te zien van twee lagen en een
zadeldak. Het geheel staat op een omgracht terrein, dat via een eenvoudig hek bereikt
kon worden.
|
Bewoners
|
1399 Here Hottinga
Foockel Hottinga, getrouwd met Epe Jarichs van Kee/Hottinga
- 1475 Jarich Hottinga, getrouwd met Swob van Sjaerdema
1475 Swob van Sjaerdema
- 1500 Jarich Hottinga
1500 Frouck Hottinga, getrouwd met Tjalling van Botnia
- 1638 Sijds van Botnia, getrouwd met Elisabeth Alberda
1638 - 1652 Elisabeth Alberda
1652 - 1681 Everdina Elberda, getrouwd met Johannes Demetrius Gorayski de Goray
1681 Helena Elizabeth Doys, getrouwd met Douwe van Roorda
- 1705 Douwe van Roorda
1705 Helena van Botnia van Jellum
Watze Julius van Burmania
|