Ligging
|
Deze State stond ten noordwesten van Hallum, gemeente Ferwerderadeel.

|
Andere benamingen
|
Jayma State, Jaima State, Jurrema State
|
Ontstaan
|
De stichting van de State is mij niet bekend.
|
Geschiedenis
|
Hoewel de precieze eigendomsgeschiedenis niet zeker is, is wel duidelijk
dat de Jayema's zich aan het einde van de 15e eeuw bevonden op het
grensvlak van adel en eigenerfden.
In 1444 sloten Menno Jayema en zijn zoons Sybet en Scelte Jayema zich met
andere hoofdelingen bij een verbond met de stad Groningen aan; omdat direct
na hen Remko Donia uit Hallum wordt genoemd, lijkt het waarschijnlijk dat
zij eveneens te Hallum en wel op Jayema woonden.* In het jaar 1462 werd op
Palmpasen Tzalinck Sytyama in Marrum doodgeslagen door Schelte Jaiama, ende
Schelte worde oock gewondt in zyn knie, daer hy nae an sterff. Hij overleefde
die verwonding dus ternauwernood, maar vanwege het dramatische effect hebben
sommige schrijvers hieraan ècht laten sterven. Tzalinck wordt beschouwd als
een lid van de Marrumer hoofdelingenfamilie Botnia; hij was met een vrouw
Sybada, eveneens uit Marrum, getrouwd. De kroniekschrijver beschrijft hem als
een koen Schieringer heerschap; Schelte Jaiama behoorde waarschijnlijk tot de
Vetkopers. Omdat Jayema in Hallum niet ver van de Marrumer staten Botnia en
Sybada lag, is de in de latere historiografie voorkomende mededeling dat
Schelte Jayema in Hallum woonde zeer waarschijnlijk.
In 1462 overleed hier Schelte Jaijema aan een wond die hij had opgelopen
tijdens een tweekamp te Marrum op Palmzondag met Tjalling Sythijema. Die had
eerst de partij van de Vetkopers aangehangen, maar veranderde op zeker moment
van inzicht en werd een van de aanvoerders van de Schieringers. Schelte
Jaijema kreeg rond 1461 een geschil met deze Tjalling Sythiema. Op Palmzondag
van dat jaar daagden zij elkaar uit tot een tweegevecht in Marrum, met als
gevolg dat Tjalling dodelijk gewond raakte en stierf. Schelte was echter in
een knie geraakt en overleed later door koudvuur in die wond.
Dat Jayema iets meer was dan een "gewone" boerenplaats kan ook worden afgeleid
uit het feit dat de bewoonster van Jayema, namelijk Siowck, weduwe van Syuert
te Jayama, ook in 1497 een conflict met de Botnia's had, deze maal rond de
betaling voor een statussymbool als de zwanenjacht.
In 1511 was Jyme Jayma pachter van Gabba Jaima; in 1540 waren de
eigendomsrechten overgegaan op de erven van Harmen Quakenbrug, die getrouwd was
met een Phy, wellicht de moeder van de nog te noemen Douwe Jayema. Twee
generaties later was Phy Douwesdr Jayema getrouwd met een Jelgerhuis. Omdat de
Jelgerhuizen te Leeuwarden en de Beslinga's (alias Arendsma), die hun naam
ontleenden aan het bezit van Beslinga-state te Friens, met elkaar verwant
waren, gebruikte de familie Van Sytzama op Beslinga later het wapen Jayema om
een lacune in haar kwartierstaat op te vullen, hoewel zij zelf geen
Jayema-voorouders had. Het wapen "Jayema toe Hallum" komt door deze fictieve
alliantie Beslinga-Jayema op verschillende grafstenen en rouwborden van de Van
Sytzama's in de kerk van Friens voor.
Jayemastate vererfde via Phy (II) Jayema, getrouwd met Gerrit Wybes van
Jelgerhuis, meermalen burgemeester van Leeuwarden, eerst op hun zoon Douwe
Jayema, "innocent" en zonder kinderen gestorven en daarna op hun kleindochter
Sjoukjen Styp, dochter van Tryntje Jelgerhuis en Pieter Styp. Door haar huwelijk
met Allert Gratema, afkomstig uit het Groninger Westerkwartier, kwam Jayema aan
de Gratema's.
Volgens Cannegieter behoorde de state in 1640 aan de erven Beyers en A. A. Camp,
in 1670 aan Duco Martena van Burmania en in 1698 aan Hessel van Eminga; in 1728
aan Vrouwe van Scharrenberg en in de 19e eeuw aan Mevr. Looxma weduwe Ypey.
Jaijema State ligt naast een niet erg hoge maar wel vrij uitgestrekte terp binnen
de oude zeedijk. De in 1832 nog bij de boerderij behorende landerijen liggen voor
een klein deel binnendijks en voor het grootste deel in de opstek van de
landerijen buitendijks precies grenzend aan en even breed als de eigendommen
binnendijks. De westelijke helft van de oude terp binnendijks is dan echter
eigendom van het buitendijks gelegen Feitsma State, waarvan de landerijen voor
het overige ook op het nieuwe land liggen. Ook hier is het blok van de
buitendijkse landerijen exact even breed aan het aangrenzende land binnen de dijk.
Hetzelfde zien we bij Aysma en Buma te Dijksterhuizen onder Beetgum door de
werking van het recht van de binnendijkse boer op het aangrenzende buitendijks
aangewonnen land. Het is dan ook goed mogelijk dat Jajema hier de oudste oorsprong
heeft. Door de buitendijkse landaanwinning is het bedrijf vermoedelijk te groot
geworden en is het landinwaarts gelegen Walta State op het grootste deel van het
oorspronkelijke binnendijkse land gesticht. Door de voortgaande landaanwinning is
op zeker moment waarschijnlijk ook Feitsma buitendijks van Jaijema afgesplitst en
vervolgens Oldersma (ook wel Klein Feitsma genoemd en ook buitendijks gelegen)
weer van Feitsma State.
In 1640 en later was de state een pachtboerderij; in 1850 lag er nog een gracht
om het terrein. Cannegieter schrijft in 1850: "bestaat sedert onheuglijke jaren
niet meer, en is thans eene boerenplaats, welke zich door niets van andere
onderscheidt".
* In 1440 was Menno Iayama voogd over Cammingha-wezen in Leeuwarden. In 1453 komt
Schelte Jayma als zegelaar voor.
|
Bewoners
|
1462 Schelte Jaiama (?)
voor 1497 Syuert te Jayama (bewoner ; ook eigenaar?)
1511 Gabba Jaima
Douwe Jayema
1540 Phy Jayema en Harmen Quakenburg
Douwe Jayema en zijn vrouw Aeff Seerps Beyma
Phy Douwes Jayema en haar man Gerrit Wybes van Jelgerhuis
Douwe Jayema
Sjoukje Styp, en haar man Allert Gratema
|
Huidige doeleinden
|
Op het stinsterrein staat een boerderij.
|
Opengesteld
|
De boerderij is particulier bewoond en niet toegankelijk.
|
Foto's
|
|
Bronnen
|
Tekst: Jan Leemburg
D. Cannegieter, Geschiedkundige herinneringen van Hallum, artikelen in de Friesche
Almanak van 1851 en 1852
Archief J. Leemburg
P. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk
Oostergo, Ferwerderadeel, 1981
A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, ca. 1955
Afb. 1: door P.I. Portier
Afb. 2: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners
Afb. 3 en 4: archief J. Leemburg
Foto 1: Jan Leemburg
|