Oedsingastins bij Kimswerd

Ligging Deze stins stond bij Kimswerd, gemeente Súdwest-Fryslân.
Ontstaan Deze stins wordt in 1468 genoemd, terwijl de familie Oedsinga al in 1429 in Kimswerd woont.
Andere benaming Osinga
Geschiedenis In 1429 was Douwe Oedsinga te Kimswerd een van de heerschappen die de hervorming van het klooster Ludingakerke ondersteunden. Dit bericht uit een overigens vaak niet betrouwbare kroniek, kan vanwege de genoemde personen betrouwbaar zijn.3178 De oudste vermelding van een stins Osinga dateert van 1468. In het verslag dat een Hollandse spion in Friesland in dat jaar uitbracht wordt genoemd een cleyn dorp geheeten Kemswart ende is beheert van eenen geheyten Meyla Oedsumma ende heeft oic een slotken. In de genealogische literatuur van de 17de eeuw is sprake van een een old familie Van Osingha geweest toe Kimswert seer vernaemt, dan is lang uitgesturven, blykt uit de olde quartieren van andere geslachte daer sy aen getrout syn geweest; met name werd daarbij genoemd een Meiloff van Osinga ... tot Kimswert. Mogelijk was met de laatste de in 1468 genoemde Meyla op het slotje te Kimswerd bedoeld. Oedsinga wordt in 1468 expliciet vermeld als een huis dat militair van belang was. De eigendomsgeschiedenis werd recent duidelijk: de stins vererfde van een kleine dorpshoofdeling (Oedsumma, 1468) op de aanzienlijke hoofdeling Tierck Juwinga, en vervolgens in de vrouwelijke lijn naar grote eigenerfden met adellijke verwanten (Decken Tietes en Jouw Jongema) Waarschijnlijk trouwde een dochter van Meyla met de Tjerkwerder hoofdeling Tierck Juwinga op Waltahuis aldaar.3179 In 1511 behoorde Osinga aan Decken Tietez, gehuwd met een kleindochter van Tierck, en aan Ansck, een dochter van Tierck; Decken Tietez bewoonde het goed ook.3180 In 1517 werden zijn bezittingen door het Habsburgs gezag (tijdelijk) geconfisqueerd. 3181 In 1546 was Osinga in twee delen uiteengevallen; beide delen werden door Deckens zoon Jouw Juwinga alias Jongema verpacht.3182 Van een stins was toen waarschijnlijk geen sprake. Decken Tietes nageslacht waren "gewone" boeren, hoewel Jouw Haersma, de zoon van genoemde Jouw Jongema als boterkoopman in een transactie in 1555 nog een belofte deed als eedelman van eeren.3183 In 1640 en 1700 was het goed, evenals de gebruikseenheden van de aangrenzende geestelijke goederen tegen de dorpskom aan, nog verder verbrokkeld. Op de kaarten van 1622 en 1664 werd Osinga als adellijk huis aangegeven. Door het vroege verdwijnen als agrarische en administratieve eenheid is de localisatie van Osinga niet eenvoudig en de kans op verwarring groot. Terecht wees Winsemius op de belending in 1546: de pastorie ten westen (ondermeer FC44) en de vicarie ten noorden (ondermeer FC19). Osinga zou dan gelegen hebben ter plaatse van de boerderij op floreennummer FC139 (kad. Arum A478). Inderdaad geven de kaarten van Winsemius (1622) en Schotanus (1664) Osinga op deze plaats.
Bewoners
Huidige doeleinden
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: P.N. Noomen
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
De website hisgis
P.N. Nomen: hartelijk dank voor alle informatie en het vele onderzoek!!