Ligging | Deze stins en State stonden in de parochie Nijehove, dus vlakbij de parochiekerk in Leeuwarden. |
Ontstaan | De 'stens ende staetha toe Nyahowe' van de Oenya's werd in 1458 voor het eerst genoemd. |
Geschiedenis |
In 1458 vindt er een schikking plaats over de nalatenschap van Gherliff Wiggama tussen
Wikie Wiggama en Mathys Oeningha of Oenya. Mathijs was mogelijk via zijn moeder
erfgenaam en hij kreeg de 'stens ende staetha toe Nyahowe mit hiarra toebyheer' en
bovendien acht pondematen 'by Duckamahuus'. Daarnaast kreeg hij de helft van het zilver,
een grote drinkhoorn (dit was een typisch symbool uit de oudheid), de gastvrijheid en
de status van de familie. Mathys beschikte over een eigen zegel, waarmee hij deze
overeenkomst bevestigde. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Foppe Matthysz Oenya, die we tussen 1484 en 1514 vele malen tegen komen als schepen. Daarnaast komen we hem in 1498 als olderman tegen. In een bron wordt hij 'Foppe Mathyszoen Unia, een heerschap, hebbende syn stins by Nyehoeff tot Lewarden' genoemd. De kans is dus heel groot dat hij in de Oenya-stins woonde. De blijkt ook uit de floreencohieren uit 1511: "Foppe Mathysz' huus ende sted in het Hoeksterespel, door hem selff bewoond", aangeslagen voor 10 floreen of goudgulden. Foppe kreeg een zoon, die hij weer Matthys noemde en hem opvolgde als eigenaar van de stins. |
Bewoners | |
Huidige doeleinden | |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: P.N. Noomen P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 De website hisgis P.N. Noomen: hartelijk dank voor alle informatie en het vele onderzoek!! |