Paleis Oranjewoud

Ligging Dit paleis stond in Oranjewoud, gemeente Heerenveen.

Oude tekening van het paleis uit 1724 door J. Stellingwerf

Ontstaan Het paleis werd in 1676 gebouwd.
Geschiedenis Door prinses Albertina Agnes, weduwe van de in 1664 noodlottig om het leven gekomen Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau, werd in 1676 op de uitgestrekte heidevelden tussen Brongerga en Oudeschoot een buitenverblijf gesticht. Het huis met de tuinen, plantsoenen, vijvers, rij- en wandelwegen kreeg de naam Oranjestein, terwijl het aangelegde bos van dennen en eiken, afgewisseld door graan- en groenlanden de naam Oranjewoud kreeg. Zij woonde er tot haar dood in 1696.
Haar kleinzoon Johan Willem Friso, die in 1707 stadhouder werd, wilde het geheel verbouwen tot een paleis. Hij liet twee grote vleugels met een halfronde toren aan een der zijmuren verrijzen, omstreeks 1708. De hof-architect Daniel Marot was hierbij als architect en decorateur betrokken. In de hoofdas kwam als centrum van de parkaanleg een 'grand canal', dat nog bestaat.

Door zijn vroegtijdige dood, hij verdronk in 1711 bij Moerdijk, werd het paleis nooit voltooid. Zijn vrouw Maria Louisa van Hessen-Kassel (Marijke Muoi) nam zijn taak over en verbleef veel op Oranjewoud. Wellicht zijn door haar de tuinen met kassen en de oranjerie aangelegd. Een in het Fries museum bewaard gebleven tekening van C. Pronk uit 1754 geeft een goede indruk van het paleis uit deze periode. Na 1747, toen Willem Carel Hendrik Friso (Willem IV) tot algemeen stadhouder werd verheven en derhalve naar Den Haag verhuisde, werd het paleis zo goed als verlaten.
Maria Louisa bleef achter en stichtte direct buiten de stad Leeuwarden een kleiner buitenverblijf: Mariënburg. Na haar dood in 1765 was er geen regelmatige bewoning meer. In 1777 werd het paleis nog eenmaal bezocht door prins Willem V. Na 1795 moest hij ons land verlaten. Het paleis werd verbeurd verklaard en weldra op afbraak verkocht. In 1822 werden de bossen en tuinen verkocht. Nadien verschenen diverse landhuizen, zoals: het huis Oranjewoud.

Het voormalige paleis had in 1711 twee grote vleugels van één bouwlaag op hoge souterrains. Elke vleugel was maar liefst 15 raamvakken breed. Als we aannamen dat elk raam 2 tot 2,5 meter breed was, dan was éé vlaugel al 30 tot 37,5 meter breed. Daarnaast had het paleis ook een hoofdgebouw van 7 tot 9 ramen breed, wat neer komt op een breedte van 14 tot 22 meter! Als we dit bij elkaar optellen, dan had het paleis een lengte van in elk geval 74 meter en misschien wel 97.
Wat de werkelijke lengte van het paleis was, blijft gissen, want er zijn geen opmetingen van het paleis bekend. We kunnen alleen een indruk krijgen van het paleis, aan de hand van bewaard gebleven tekeningen, waarvan die van Cornelis Pronk het betrouwbaarst zijn.

De vleugels werden gedekt door schilddaken met elk zes schoorstenen en zeven dakkapellen. Op de dakschilden lagen blauwe pannen. Verder had het paleis korte naar achteren lopende vleugels, van slechts vir ramen breed, want neerkotm op 10 tot 12 meter. Elke vleugel had een toegangspartij tot de bel-etage, die bereikbaar was via brede en hoge steektrappen. Op de bel-etage waren grote Engelse vensters aangebracht: schuifvensters met kleine roedenverdelingen.
Het paleis was gebouwd in een ingetogen klassicistische barok-stijl. Niet met de stijl, maar de uitgestrektheid straalde de representatie van de stadhouderlijke familie uit.
Bewoners 1676 - 1696 prinses Albertina Agnes van Oranje-Nassau
1696 - 1726 Henriette Amalia van Anhalt-Dessau
1726 - 1765 Maria Louisa van Hessen-Kassel
1765 - 1795 Willem IV van Oranje-Nassau
Huidige doeleinden Op het oorspronkelijke landgoed zijn nu verschillende landhuizen gebouwd.
Opengesteld De overtuin is gemeentelijk eigendom en vrij toegankelijk.
Foto's Oude tekening van het paleis uit 1754 door C. Pronk Lithografie van het paleis uit het begin van de 19e eeuw
Bronnen Tekst: Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa
Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979
Afb. 1 t/m 3: Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, 1979