Poelzicht

Ligging De State Poelzicht bevond zich in de (tegenwoordige) hoek van de Rinia van Nautawei en de Dr. E. Wassenberghstrjitte in Giekerk, gemeente Tytsjerksteradiel.

Foto van het huis uit 1975

Ontstaan Het huis werd voor 1700 gebouwd.
Geschiedenis Over het ontstaan en de eerste eigenaren van deze state is niets bekend. In 1700 komen we het landhuis voor deze eerste keer tegen en het is dan eigendom van de erven Rhala. In 1708 komen we het huis weer tgen in de archieven. Dr. Petrus Johannes (van) Poutsma Advocaat voor het Hof van Friesland, commies financiën van de prov. Friesland en van 1705 tot zijn dood in 1713 rentmeester van het St. Anthony Gasthuis te Leeuwarden, woont er dan. Hij was gehuwd met Saepcke Meyerts van Haersma, afkomstig van Oostermeer. Petrus was ook eigenaar van Poutsma State in Oostdongeradeel, maar dit was veel te ver van zijn werk in Leeuwarden om er ook werkelijk te kunnen wonen.
In 1713 erft zijn zoon Johannes Petrus Poutsma, ritmeester, Poelzicht. Hij was getrouwd met Ida Recalf. De moeder van deze Ida was Anna Cornelia Rhala, waardoor Poelzicht toch weer tijdelijk in die familie kwam. Overigens bleven ze in Oostermeer wonen en werd Poelzicht verhuurd aan mr. Schulting, die "Raed-Ordinaris in het Hof van Friesland" was.

In 1738 wordt Dr. Franciscus Frisius eigenaar van Poelzicht. Waarschijnlijk heeft hij het goed ‘genaast’ als naastleger. Hij was nl. sinds 1722 ook eigenaar van het "buitengoed" Buitenrust, een huis gelegen ten westen van Poelzicht. 'Naasten' of het "recht van niaer" zoals het in Friesland genoemd werd, was het recht van een familielid of aangrenzende grondeigenaar om bij verkoop van onroerend goed de verkoop aan een vreemde tegen te houden. Hij moest dan wel het goed kopen voor de door die ‘vreemde’ geboden prijs.
Hieruit komen de Friese termen "earne it near op lizze" (iets tegehouden) en "immen eat ûntnaderje" (iemand iets afpakken). Dr. Franciscus Frisius was Oudste Advocaat voor het Hof van Friesland en Gecommitteerde ten Landsdage (een soort Lid van Gedputeerde Staten, maar met veel meer macht en status dan tegenwoordig).
In 1744 is mr. Cornelis Franciscus Frisius, zoon van dr. Franciscus, de nieuwe eigenaar. Ook hij was, tot zijn dood in 1772, "Advocaat in Den Hove van Frieslandt".

Rond 1772 werd C.F. van Meijers eigenaar van zowel Poelzicht als Buitenrust. Waarschijnlijk woonde hij zelf op Poelzicht, want in 1780 bood hij Buiterust te huur aan.
In 1830 werd mr. Cornelis Franciscus Rinia van Nauta (1800-1872), kantonrechter te Burgum en advocaat voor het Hof van Friesland, eigenaar van Poelzicht en Buitenrust. Hij was getrouwd met Willemina Hendrika barones van Heemstra (1803-1881) uit Oenkerk. Hun 12 kinderen werden allemaal in Giekerk geboren, de meesten waarschijnlijk op Poelzicht.

In 1883, twee jaar na de dood van hun moeder, lieten de gezusters Rinia van Nauta het oude huis afbreken.
Eén van de zussen, Petronella Anthonia Johanna Rinia van Nauta, blijft nog tot 1899 eigenaar van de grond, maar dan besluit ze deze te verkopen aan Hendrikus Posthumus, kandidaat-notaris te Oudkerk, die meteen het bouwen van een woonhuis in "Het Buiten Poelzicht" aanbesteedde. Het huis moest op 30 april 1900 klaar zijn en kwam iets dichter naar de weg te staan dan het oude huis. Het huis werd ‘modern’ gebouwd, want bij de afbraak in november 1978 bleek dat dit huis redelijk goed geïsoleerd was: namelijk met turf!

In 1920 werd Poelzicht (en de notarispraktijk) verkocht aan Sytse Terpstra, notaris, afkomstig van Burgum. Het buitengoed had toen een oppervlakte van 4.93.15 hectare. Op 24 maart 1947 volgt W.J. Nijenhuis hem op als notaris en eigenaar van Poelzicht. Het buitengoed was toen echter ‘gekrompen‘ tot 2.23.20 hectare.
In 1978 wordt het nieuwe Poelzicht verkocht aan Jelle Bijlsma, eigenaar/directeur van het gelijknamige loonbedrijf te Giekerk. Opnieuw wordt het huis afgebroken, om plaats te maken voor een derde huis Poelzicht: een geheel nieuw 20e eeuwse villa! De tuin werd opnieuw aangelegd en de tot smalle slootjes verworden vijvers weer uitgraven, nu iets groter dan dat ze voorheen waren.
Enkele jaren later werd het verkocht aan Hans Wiegel, Commissaris der Koningin in Friesland. Voordat het huis als dienstwoning gebruikt kon worden, werd er op last van de landelijke overheid een ‘koninginnekamer’ aan het huis toegevoegd om de koningin eventueel passend onderdak te kunnen bieden.
Bewoners 1700 de erven Rhala
1708 - 1713 Dr. Petrus Johannes (van) Poutsma
1713 - 1738 (?) Johannes Petrus Poutsma
1738 - 1744 Dr. Franciscus Frisius
1744 - 1772 mr. Cornelis Franciscus Frisius
ca 1772 C.F. van Meijers
1830 - 1872 mr. Cornelis Franciscus Rinia van Nauta 1872 - 1881 Willemina Hendrika barones van Heemstra, weduwe van voorgaande
1881 - 1883 de gezusters Rinia van Nauta
- 1899 Petronella Anthonia Johanna Rinia van Nauta
1899 - 1920 Hendrikus Posthumus
1920 - 1947 Sytse Terpstra
1947 - 1978 W.J. Nijenhuis
1978 Jelle Bijlsma
ca 1985 Hans Wiegel, Commissaris der Koningin in Friesland
familie Olijslager (voormalig directeur van Coberco)
Huidige doeleinden Het huis is bewoond.
Opengesteld Het huis is niet toegankelijk.
Foto's Foto van het huis op 23 oktober 2005 Nog een foto van het huis op 23 oktober 2005 Oude afbeelding van de eerste state (afgebroken in 1883) Kaartje met alle Stinsen rond Giekerk
Bronnen Tekst: Aantekeningen van J. Leemburg
Foto 1: Jan van der Zwaag
Foto 1 en 2: Archief van J. Leemburg
Afb. 1: Uit archief van J. Leemburg
Afb. 2: Jan van der Zwaag