Ligging |
Poutsma State lag ten westen van Wierum, gemeente Dongeradeel.![]() |
Ontstaan | Wanneer deze State is ontstaan is onbekend. |
Geschiedenis |
In het dorp Wierum zijn de middeleeuwse goederen minder makkelijk te
reconstrueren dan in andere dorpen. Waarschijnlijk waren de dijklasten hier
zo hoog, dat geen floreenbelasting behoefde te worden betaald. Daardoor
ontbreken floreencohieren en is de koppeling aan het kadaster moeilijk. Het
belangrijkste huis in Wierum was
Ytsma State. Daarnaast was
Poutsma een belangrijk goed. Waarschijnlijk woonde op Poutsma in 1423 Jilt Poptsma Kotrahusim, dus Jilt Poptsma te Koterhuizen. Een verdedigbare stins wordt op Poutsma niet genoemd. In de 15de eeuw was die er waarschijnlijk wel, want in de oorkonde van 1423 is sprake van een vete, waarbij ook doden vielen.(*1) Powtsma sate, 69 pondemaat groot, werd in 1511 door de edelman Ritske Boelema aan Botte Powtsma verpacht. In zijn testament omschreef hij het goed als een zaete lants leggende te Wierum in Dongerdeel westerzyde der Pasens, hetende to Poulsma, met alle zyn heerlicheyt ende gewalt. Via de Maria Minnema en haar man Tiete Baerdt, kerkvoogd te Wierum en hun zoon Sybrant Sjoerds Baerdt vererfde het goed op Tammerus Gerardi, in 1640 predikant te IJlst, getrouwd met erfdochter Eelckien Sybrandts Baerdt. Tammerus werd de stamvader van de families Poutsma en Van Poutsma.(*2) Ondanks dat zij zoons hadden vererfde de state in vrouwelijke lijn via hun dochter Oedtie Tammeri Baerdt Poutsma. Zij trouwde met Johannes Nicolai die geruime tijd na zijn huwelijk met Oedtie haar familienaam aannam. Vermoedelijk omdat zij in bezit van Poutsma State kwamen. In 1698 was hun zoon dr. Petrus Johannes Poutsma eigenaar. Petrus was vanaf 13-06-1672 Advocaat voor het Hof van Friesland, klerk, commies financiën en van 1705 tot 1713 rentmeester van het St. Anthony Gasthuis te Leeuwarden. Hij was getrouwd met Saapke Meyerts van Haersma uit Oostermeer, geboren op Haersma State aldaar. In 1830 lag rond het perceel ten westen van de boerderij een brede gracht. Het is niet bekend uit welke tijd deze dateerde. (*1) Zie Elinga en Tyallema in Hantumhuizen. (*2) Maria Minnema, de huisvrouw van Tiete Baerdt, kerkvoogd te Wierum, werd in 1579 in het zelfde graf als Ritske Boelema begraven. Grafschriften Leeuwarden, 39-40. Zie voor Baerdt en Poutsma: Heerma van Voss en Osinga, "Baerdt", in De Nederlandsche Leeuw 1930. Zijn wapen ontleende Tammerus Gerardi deels aan dat van zijn schoonvader Baerdt: zie ook het Wapenboek Hesman in: Genealogysk Jieboekje 1993, p. 55. |
Bewoners |
1423 Jilt Poptsma Kotrahusim 1511 Ritske Boelema eigenaar, Botte Powtsma pachter Maria Minnema en Tiete Baerdt Sybrant Sjoerds Baerdt en zijn vrouw Tiedcke Froma 1640 Eelckien Sybrandts Baerdt en Tammerus Gerardi Poutsma. Hun dochter: Oedtie Tammeri Baerdt Poutsma en Johannes Nicolai Poutsma 1698 dr. Petrus Johannes Poutsma |
Huidige doeleinden | Op het staterrein staat een boerderij. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Jan Leemburg P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen De website hisgis "Genealogie van Gerrijt van Belcum", J. Leemburg Aantekeningen archief J. Leemburg Foto 1: Jan Leemburg |