Ligging | Ten zuiden van de Foarwei, één kavel westelijk van de Feartswei aan de westzijde van een oprijlaan naar een boerderij moet het stinshiem liggen. |
Ontstaan | Het is onduidelijk wanneer de Stins gebouwd werd. |
Geschiedenis |
In Kollumerzwaag is het nog niet mogelijk de geschiedenis van stinzen of
middeleeuwse adelshuizen gedurende langere tijd te volgen en ze nauwkeurig
te lokaliseren. Aut en Andele op de Zwaag In Kollumerzwaag worden in de 15de eeuw enkele "hoofdeling-achtige" lieden genoemd. In 1463 wordt een Aut up den Zwaech als tegenstander van de Meckema’s te Kollum genoemd; zoenman bij de beslechting van dit geschil was ondermeer Roert Rensema. In 1470 en 1472 wordt Andele up der Zwaech genoemd als tegenstander van en - waarschijnlijk - tevens verwant aan de Meckema's. De drie stinzen op de Zwaag Nadat de stad Groningen in 1468 Eysmahuis op Wijgeest onder Oudwoude had ingenomen, werden de Kollumerzwaagsters verplicht de drie stinzen in hun dorp zelf te slechten: ende de dre steenen huesen de staen up de Zwech sullen de lueden sulven nederslyten. Stinshiem en Rinsema Andreae vermeldt dat in 1885 een stuk grond ten zuiden van de weg, tegenover de Kollumerzwaagstervaart de naam droeg van stinshiem. Waarschijnlijk ging het om floreennummer Kollumerzwaag FC26. Ongeveer op dezelfde plaats gaf Schotanus in 1718 een sate Rinsema aan; volgens de Tegenwoordige Staat (1787) was Rinsema state reeds voor langen tyd verdwenen. Het is verleidelijk - met Andreae - verband te zoeken tussen Rinsema state, de bij Aut op de Zwaag genoemde zoenman Roert Rensema in 1463, en eventueel ook het stinshiem van 1885 en (één van) de drie stinzen van 1468. |
Bewoners | |
Huidige doeleinden | Van de stinsen is niets meer terug te vinden. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen | Tekst: P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 |