Geschiedenis
|
De eerste eigenaar van dit huis was Jan Poppe André van Canter, die opdracht gaf om
het te bouwen. Hij was heer van ther Borch (bij Eelde in Drenthe), secretaris van de
grietenij en een neef van Onno Zwier van Haren. Na de dood van een andere neef, Jan
Poppe André van Plettenberg, erfde J.P.A. van Canter Scheltema State (Heemstra State)
te Morra en een aantal goederen te Lekkum.
Zoals hierboven genoemd, was hij heer van ther Borch. Dit hield in dat hij ook de
beschikking had over een havezathe in Eelde. Deze verkocht hij in 1755, om met de
opbrengst zijn hoge uitgaven te bekostigen, omdat hij boven zijn stand leefde.
Na zijn overlijden blijkt dat hij een testament heeft opgesteld. Zijn boezemvriend Ede
Eeuwes Sickenga had hij tot universeel erfgenaam benoemd en ook de schrijfster Betje
Wolff kreeg een legaat. Het testament werd door de familie Van Haren aangevochten,
betreffende de Scheltema State in Morra. Het geschil kwam voor de rechter en deze
wees de State toe aan de familie Van Haren. Niet lang daarna werd dit gebouw echter
voor afbraak verkocht.
De Sickengazate werd door de familie Sickenga tot in de twintigste eeuw bewoond.
Jan Poppe André van Canter liet het statige huis bouwen voor bijna f. 9500,-, een
aanzienlijk bedrag in die tijd! Het gebouw was zeven ramen breed en voor het huis
lag een hardstenen stoep met paaltjes met kettingen. Het huis kende slechts één
bouwlaag en wer gedekt door een schilddak met op de hoeken schoorstenen. Aan
weerszijden van de de ingangspartij, die tot het dak reikte, waren op het dak
kleine dakkapellen aangebracht. Dakkapellen, die we ook aan de achterzijde van het
huis terug vinden. Verder beschikte het huis over een grote tuin en een koetshuis.
nadat de laatste Sickenga overleden was, is het huis voor allerlei doeleinden in
gebruikt geweest: o.a. dependance van het ernaast gelegen gebouw Irene. Tenslotte
raakte het uitgeleefd en is in 1976 gesloopt.
|