Ligging
|
De state Sickema was gelegen op het terrein van Rijksweg 4 en 6 te Herbaijum, gemeente
Franekeradeel, de poort staat aan de Leane.
|
Andere benaming
|
Walta State
|
Ontstaan
|
De oorspronkelijke state werd waarschijnlijk in de 15e eeuw, maar mogelijk nog eerder
gebouwd.
|
Geschiedenis
|
Aan de vroegere rijksweg van Franeker naar Harlingen staat net voor Herbaijum rechts het
restant van de poort van de voormalige Sikkema State. De poort is gedeeltelijk uit rooswinkels
en deels uit kleine gele stenen gebouwd.
Vermoedelijk heeft de uit de 16e eeuw daterende poort oorspronkelijk geheel uit rooswinkels
bestaan en is van topgevels voorzien geweest. De kleinere gele steen wijst op een verbouwing
uit de 17e eeuw.
Paul Noomen schreef over Sickema State ondermeer:
“Pybe to Herbayum nam in het begin van de 15de eeuw deel aan de rechtsomgang in Franekeradeel.
Van hem werd gezegd dat hij zijn recht ontleende aan zijn afstamming van de naburige Thoe
Kee's onder Franeker. In 1484 vermaakte zijn dochter Lisck Sickema, weduwe van Doeke Rinia te
Blessum, Sickama goed toe Haerbayem met 70 pondemaat aan de kinderen van haar zoon Douwe. De
priesters heer Douwe in Dronrijp en heer Goffe in Abbega, die zij in haar testament eveneens
bedacht, behoorden tot de verwantschapskring van haar moeder Catharina Gerbranda.
Aan Sickema was recht op de prebende Heer-Symonsleen in de kerk van Herbayum verbonden. Een
van de kinderen Rinia die het huis in 1484 hadden geërfd was Doutgen Rinia, gehuwd met Douwe
Gerbranda van Gerbranda State te Almenum. Zij vestigden zich op Sickema. Van Douwe Gerbranda
is de traditie afkomstig dat de koningen Karel en Radboud bij Kee zouden hebben gestreden.
Binnen het dorp hadden de Gerbranda's in het begin van de 16de eeuw geschillen met de familie
Glins. 1)”
In het Register van den Aanbrengh (1511) wordt gesproken over een Andries van Waltinga, die
nog in 1546 wordt vermeld. Hij is mogelijk de voorvader van de hieronder genoemde Andries
Waltinga.
De tegenwoordige staat van Friesland (1786) vermeldt het volgende: “State Sikkema, waarvan de
poort nog in wezen is. Op dezelve woonde in 1635 Andries Waltinga en daarna Douwe Walta, oud
grietman van Barradeel. Ook op dezelve is geboren de heer Jr. Sikko van Goslinga”.
Het stemkohier van 1640 vermeldt inderdaad dat “Jr. Andries van Waltinga” toen eigenaar èn
gebruiker was.
In 1650 erfde Fokel van Waltinga de Sickema State. Zij was weduwe van Willem van Inthiema en
hertrouwde met Tjeerd van Walta. In die tijd werd de state Walta State genoemd. Vervolgens
werd hun zoon Douwe eigenaar. Hij was grietman van Barradeel en zal waarschijnlijk in die
grietenij gewoond hebben. Sickema State verhuurde hij blijkbaar aan de familie Goslinga, want
in 1664 werd Sicco van Goslinga hier geboren.
In het stemkohier van 1698 staat de volgende interessante vermelding omtrent het eigendom van
de state: “Dr. Petrus Hendricus Petraeus, uit naam van zijn vrouw Gratiana Florentia van Loo,
ofwel de crediteuren van de heer D. van Walta, gereformeerd”. Dat zou kunnnen betekenen dat
de state toen juridisch nog van Douwe van Walta was, maar in de praktijk eigendom van
Gratiana van Loo terwijl het stemrecht van de state werd gebruikt door doctor Petraeus omdat
(gehuwde) vrouwen niet zelfstandig rechtsgeldige handelingen mochten uitoefenen. Douwe Pouels
was toen gebruiker, maar in 1700 staat bij gebruiker vermeld: Hobbe Heins voor een gedeelte,
’t ander bij stucken verhuyrt”. Hobbe Heins moet dan wel een gardenier zijn geweest of land
van een andere eigenaar hebben gehuurd, want de totale oppervlakte van de landerijen bij de
state was slechts 63 pondemaat (ruim 23 hectare).
Later is de state verkocht, want onder de tekening die Jacobus Stellingwerf in 1722 maakte
staat het bijschrift “Huis van den ouden raetsheer Gemnich onder Herbajum, outtyts Walta en
daerna Sikkema”.
Blijkbaar heeft Grietman Sicco van Goslinga kort daarna zijn geboortehuis gekocht want in
1728 staat hij als eigenaar vermeld in het stemkohier en was Claas Ruirds de gebruiker. De
Graven van Wassenaar erfden later het slot dat vervolgens al vrij snel werd gesloopt en
vervangen door een boerderij. In 1805 verkochten zij de boerderij.
De vermelding in het kadaster van 1832 betreft “Wed. Klaas Ottes Okkinga”, boerin te
Wijnaldum. Een andere bron vermeld dan echter dat in 1830 Julius Matthijs van Beijma thoe
Kingma eigenaar was. Vermoedelijk had weduwe Okkinga de state inmiddels verkocht aan de rijke
grietman van Franekeradeel die op Kingma State te Zweins woonde en daar bijna de helft van
het dorp in bezit had.
In de Nieuwe Tijd (1664, 1718) bleef Sickema als adellijk huis bekend staan.
De gracht, die de state omgeven heeft, is nog gedeeltelijk aanwezig. Thans bevindt zich
achter de poort een 20e-eeuwse boerderij. De poort is gedeeltelijk gepleisterd en heeft in
1975 een opknapbeurt ondergaan.
Op een tekening door J. Stellingwerf uit 1722 is een gebouw afgebeeld van twee rechthoekige
bouwlichamen achter elkaar, beide met zadeldaken tussen trap- en tuitgevels. Het huis heeft
twee bouwlagen boven kelders en er staan kruisvensters met korfboognissen in de gevels. Dat
wijst op een bouwperiode in de 16e eeuw, de toegangspoort met de gelijkvloerse hal en het
fronton met de familiewapens zijn vrijwel zeker in de 17e eeuw aangebracht.
Zie voor de verdere geschiedenis het opstel van Hein Walsweer in Genealogysk Jierboekje
1998.
1) GJB (1998) 101-102. Haebel Haersma (volgens UvB, 44r, een dochter van Haring Haersma, is
in de genealogie nog niet precies in te passen; vergelijk FT, p. 524), vrouw van Taecke
Glins, maakte in 1540 haar testament. Aan haar dochter Trincke, die ook land te Herbayum
erfde, liet ze bovendien 100 goudguldens tot timmeringe als zy toe Herbayum een nyeu huys
maeckt na. FT, nr. 163. Een en ander vraagt nader onderzoek.
|
Bewoners
|
begin 15e eeuw Pybe to Herbayum
tot 1484 Lisck Sickema, weduwe Doeke Rinia
vanaf 1484 Doutgen Rinia, gehuwd met Douwe Gerbranda
tot 1581 Edo Gerbranda (?)
1635 Andries van Waltinga
Douwe van Walta
1698 feitelijk Gratiana Florentia van Loo en haar man dr. Petrus Hendricus Petraeus
1728 Jonkheer Sicco van Goslinga
Wed. Klaas Ottes Okkinga
1830 Julius Matthijs van Beijma thoe Kingma (?)
|
Huidige doeleinden
|
Alleen het poortgebouw is over gebleven. Daar achter ligt een boerderij die bewoond
is.
|
Opengesteld
|
Het poortgebouw is vanaf de weg te zien. De boerderij is niet toegankelijk.
|
Foto's
|
|
Bronnen
|
Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen
van de website www.hisgis.nl, tab
"kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren,
Hilversum 2009
”Kadastrale en prekadastrale atlas fan Fryslân”, div. auteurs
Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa
Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, R.J. Wielinga, Baarn 1979
Register van den Aanbrengh, deel II, blz 293
Foto 1: Albert Speelman
Afb. 1: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Foto 2: de heer J. Leemburg
|