Sickema State te Herbaijum

Ligging De state Sickema was gelegen op het terrein van Rijksweg 4 en 6 te Herbaijum, gemeente Franekeradeel, de poort staat aan de Leane.

Foto van het poortgebouw op 25 oktober 2003

Andere benaming Walta State
Ontstaan De oorspronkelijke state werd waarschijnlijk in de 15e eeuw, maar mogelijk nog eerder gebouwd.
Geschiedenis Aan de vroegere rijksweg van Franeker naar Harlingen staat net voor Herbaijum rechts het restant van de poort van de voormalige Sikkema State. De poort is gedeeltelijk uit rooswinkels en deels uit kleine gele stenen gebouwd.
Vermoedelijk heeft de uit de 16e eeuw daterende poort oorspronkelijk geheel uit rooswinkels bestaan en is van topgevels voorzien geweest. De kleinere gele steen wijst op een verbouwing uit de 17e eeuw.

Paul Noomen schreef over Sickema State ondermeer:
“Pybe to Herbayum nam in het begin van de 15de eeuw deel aan de rechtsomgang in Franekeradeel. Van hem werd gezegd dat hij zijn recht ontleende aan zijn afstamming van de naburige Thoe Kee's onder Franeker. In 1484 vermaakte zijn dochter Lisck Sickema, weduwe van Doeke Rinia te Blessum, Sickama goed toe Haerbayem met 70 pondemaat aan de kinderen van haar zoon Douwe. De priesters heer Douwe in Dronrijp en heer Goffe in Abbega, die zij in haar testament eveneens bedacht, behoorden tot de verwantschapskring van haar moeder Catharina Gerbranda.
Aan Sickema was recht op de prebende Heer-Symonsleen in de kerk van Herbayum verbonden. Een van de kinderen Rinia die het huis in 1484 hadden geërfd was Doutgen Rinia, gehuwd met Douwe Gerbranda van Gerbranda State te Almenum. Zij vestigden zich op Sickema. Van Douwe Gerbranda is de traditie afkomstig dat de koningen Karel en Radboud bij Kee zouden hebben gestreden. Binnen het dorp hadden de Gerbranda's in het begin van de 16de eeuw geschillen met de familie Glins. 1)”

In het Register van den Aanbrengh (1511) wordt gesproken over een Andries van Waltinga, die nog in 1546 wordt vermeld. Hij is mogelijk de voorvader van de hieronder genoemde Andries Waltinga.
De tegenwoordige staat van Friesland (1786) vermeldt het volgende: “State Sikkema, waarvan de poort nog in wezen is. Op dezelve woonde in 1635 Andries Waltinga en daarna Douwe Walta, oud grietman van Barradeel. Ook op dezelve is geboren de heer Jr. Sikko van Goslinga”.

Het stemkohier van 1640 vermeldt inderdaad dat “Jr. Andries van Waltinga” toen eigenaar èn gebruiker was.
In 1650 erfde Fokel van Waltinga de Sickema State. Zij was weduwe van Willem van Inthiema en hertrouwde met Tjeerd van Walta. In die tijd werd de state Walta State genoemd. Vervolgens werd hun zoon Douwe eigenaar. Hij was grietman van Barradeel en zal waarschijnlijk in die grietenij gewoond hebben. Sickema State verhuurde hij blijkbaar aan de familie Goslinga, want in 1664 werd Sicco van Goslinga hier geboren.
In het stemkohier van 1698 staat de volgende interessante vermelding omtrent het eigendom van de state: “Dr. Petrus Hendricus Petraeus, uit naam van zijn vrouw Gratiana Florentia van Loo, ofwel de crediteuren van de heer D. van Walta, gereformeerd”. Dat zou kunnnen betekenen dat de state toen juridisch nog van Douwe van Walta was, maar in de praktijk eigendom van Gratiana van Loo terwijl het stemrecht van de state werd gebruikt door doctor Petraeus omdat (gehuwde) vrouwen niet zelfstandig rechtsgeldige handelingen mochten uitoefenen. Douwe Pouels was toen gebruiker, maar in 1700 staat bij gebruiker vermeld: Hobbe Heins voor een gedeelte, ’t ander bij stucken verhuyrt”. Hobbe Heins moet dan wel een gardenier zijn geweest of land van een andere eigenaar hebben gehuurd, want de totale oppervlakte van de landerijen bij de state was slechts 63 pondemaat (ruim 23 hectare).
Later is de state verkocht, want onder de tekening die Jacobus Stellingwerf in 1722 maakte staat het bijschrift “Huis van den ouden raetsheer Gemnich onder Herbajum, outtyts Walta en daerna Sikkema”.
Blijkbaar heeft Grietman Sicco van Goslinga kort daarna zijn geboortehuis gekocht want in 1728 staat hij als eigenaar vermeld in het stemkohier en was Claas Ruirds de gebruiker. De Graven van Wassenaar erfden later het slot dat vervolgens al vrij snel werd gesloopt en vervangen door een boerderij. In 1805 verkochten zij de boerderij.
De vermelding in het kadaster van 1832 betreft “Wed. Klaas Ottes Okkinga”, boerin te Wijnaldum. Een andere bron vermeld dan echter dat in 1830 Julius Matthijs van Beijma thoe Kingma eigenaar was. Vermoedelijk had weduwe Okkinga de state inmiddels verkocht aan de rijke grietman van Franekeradeel die op Kingma State te Zweins woonde en daar bijna de helft van het dorp in bezit had.

In de Nieuwe Tijd (1664, 1718) bleef Sickema als adellijk huis bekend staan.

De gracht, die de state omgeven heeft, is nog gedeeltelijk aanwezig. Thans bevindt zich achter de poort een 20e-eeuwse boerderij. De poort is gedeeltelijk gepleisterd en heeft in 1975 een opknapbeurt ondergaan.
Op een tekening door J. Stellingwerf uit 1722 is een gebouw afgebeeld van twee rechthoekige bouwlichamen achter elkaar, beide met zadeldaken tussen trap- en tuitgevels. Het huis heeft twee bouwlagen boven kelders en er staan kruisvensters met korfboognissen in de gevels. Dat wijst op een bouwperiode in de 16e eeuw, de toegangspoort met de gelijkvloerse hal en het fronton met de familiewapens zijn vrijwel zeker in de 17e eeuw aangebracht.

Zie voor de verdere geschiedenis het opstel van Hein Walsweer in Genealogysk Jierboekje 1998.

1) GJB (1998) 101-102. Haebel Haersma (volgens UvB, 44r, een dochter van Haring Haersma, is in de genealogie nog niet precies in te passen; vergelijk FT, p. 524), vrouw van Taecke Glins, maakte in 1540 haar testament. Aan haar dochter Trincke, die ook land te Herbayum erfde, liet ze bovendien 100 goudguldens tot timmeringe als zy toe Herbayum een nyeu huys maeckt na. FT, nr. 163. Een en ander vraagt nader onderzoek.

Bewoners begin 15e eeuw Pybe to Herbayum
tot 1484 Lisck Sickema, weduwe Doeke Rinia
vanaf 1484 Doutgen Rinia, gehuwd met Douwe Gerbranda
tot 1581 Edo Gerbranda (?)
1635 Andries van Waltinga
Douwe van Walta
1698 feitelijk Gratiana Florentia van Loo en haar man dr. Petrus Hendricus Petraeus
1728 Jonkheer Sicco van Goslinga
Wed. Klaas Ottes Okkinga
1830 Julius Matthijs van Beijma thoe Kingma (?)
Huidige doeleinden Alleen het poortgebouw is over gebleven. Daar achter ligt een boerderij die bewoond is.
Opengesteld Het poortgebouw is vanaf de weg te zien. De boerderij is niet toegankelijk.
Foto's Tekening van de State door J. Stellingwerf uit 1722 Het woonhuis en de boerderij op het terrein op 8 mei 2011
Bronnen Tekst: Een deel van bovenstaande tekst is met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van de website www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen fryslan". Die tekst is tevens gepubliceerd in:
"De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009
”Kadastrale en prekadastrale atlas fan Fryslân”, div. auteurs
Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa
Langs stinsen, states en andere voorname huizen in Friesland, R.J. Wielinga, Baarn 1979
Register van den Aanbrengh, deel II, blz 293
Foto 1: Albert Speelman
Afb. 1: Stinsen en States, Adellijk wonen in Friesland, 1992
Foto 2: de heer J. Leemburg