Stinstra State te Foudgum

Ligging Stinstra State lag ten zuiden van de kerk van Foudgum, gemeente Dongeradeel.

De boerderij op het stateterrein d.d. 25-04-2010

Andere benaming Stenstera State
Ontstaan De oorsprong van deze state ligt vermoedelijk voor 1400.
Geschiedenis Drs. Paul Noomen schreef over Stinstra State: "Stinstra was de stins van de Foudgumer dorpshoofdelingen. De familie wordt sinds het begin van de 15e eeuw genoemd, de oudste vermelding van de stins is uit 1543: 'Stenska guedt oft staten'.
In het genealogische handschrift van Upcke van Burmania (1597), wiens moeder een Stenstera was, wordt als stamvader Tzaling Stenstera opgevoerd. In de originele stukken worden de oudste Stenstera's meestal niet met de familienaam aangeduid, maar eenvoudig als te Foudgum.

Tzalings zoon Sasbet Stenstera, hooflingh sive capitaneus in Foudgum, zou in 1417 getrouwd zijn met Ulleke Syuxma, een dochter van Feye Siuxma bij een vrouw Remmert NN. Als Saspet te Foldeghum sloot hij zich in 1422 aan bij het verbond met de Oostfriese hoofdeling Focko Ukena.
Sasbets kinderen zoeken hun partners voornamelijk uit families in de nabije omgeving, zoals de families Mennema van Hiaure, Ipsma van Niawier, Elinga van Hantumhuizen en Popta (mogelijk uit Hantumhuizen en Siuxma (mogelijk uit Waaxens), terwijl de dochters Remmert en Wilke in het klooster Bethlehem intreden.
Sasbets zoon Jeppe Stenstera erfde de stins. Hij was in zijn tweede huwelijk getrouwd met Sip Popta, waardoor de stins Ipsma te Niawier ook aan de Stenstera's komt. Jeppe was in 1449 grietman van Dongeradeel en bemiddelde in 1470 en 1474 bij kwesties over onroerend goed in Wanswerd en Blija. Jeppes zoon jonge Jeppe tot Foltkum zegelde in 1493 als volmacht van Dongeradeel het verdrag met de stad Groningen. Jonge Jeppes zoon Sibren Stenstera was in 1511 eigenaar van Stinstra, dat toen 88 pondemaat groot was.

Doordat Sibrens dochter Frau Stenstera trouwde met Hero van Burmania, kwam Stinstra aan de Burmania's. Dezen verkochten het in 1640. Bij die gelegenheid werd het omschreven als een schone sate, state ende landen, Stinstra genaemt; tevens was sprake van 't oudt stins. Sindsdien was de state geen adellijk bezit meer. Hij werd in 1640 en 1700 verpacht.
Volgens het floreenkohier van 1700 was de state toen eigendom van "ds. Petrus Nauta erv. ofte syn soon Petrus Nauta ende Ritske Pyters wed.". Het goed was 100 pondemaat (ca. 37 ha.) groot en er moest 29 gulden belasting over betaald worden.
In 1728 waren er nog steeds twee eigenaren, te weten Petrus Nauta erven. voor de ene helft en "Gertie Canter weduwe van Klaas Ritskes Jilderda" te Dokkum voor de andere helft. Klaas Ritskes Jilderda (overl. voor 1714) was een zoon van Ritske Pyters en Geertje Joostes Stinstra.
Vanaf 1753 woonde Thomas Jans op Stinstra State. Hij was getrouwd met Baukje Gosses. Hun zoon Jan neemt in 1811 de familienaam Stinstra aan.

Noomen schrijft verder: "In historische tijd lag Stinstra onderaan, maar net buiten de terp van Foudgum. Een aansluitend perceel op de terp zelf behoorde in 1700 nog bij de state. Uit opgravingen in 1966 bleek dat in de vroege Middeleeuwen op dat perceel de gebouwen lagen. Van de Romeinse tijd tot en met de Karolingische tijd werden bewoningsresten uit vijf fasen opgegraven. In de Karolingische tijd lag er een boerderij, waarvan de stal, de put en de erfafscheiding werden bloot gelegd. In de loop van de Middeleeuwen "zakte" de boerderij van de terp af. De bedijking maakte nu ook bewoning buiten de terp mogelijk. Daar werd ook de stins gesticht, waaraan Stenstera ongetwijfeld zijn naam ontleende".
Na de vermelding van de oude stins in 1640 wordt er niet meer over een stins gesproken. Alleen de Tegenwoordige Staat meldt aan het eind van de 18de eeuw: "[...] zynde de slots toren of Stins deezer heerlykheid voor ruim veertig jaaren afgebroken".

Bewoners ca. 1390 Tzaling Stenstera in Foudgum
1417, 1422 Sasbet Stenstera en Ulleke Syuxma
1449, 1470, 1474 Jeppe Stenstera, trouwde (1) Luits Syuxma en (2) Sip Popta
1493 jonge Jeppe te Foudgum en Eets Sibrandsdr Ropta uit Metslawier
1511 Sibren Stenstera, trouwde met Saepck Itsma
1543 Frau Stenstera trouwde Hero van Burmania
tot 1640 fam. Van Burmania
1640 Freerk Gerryts c.s., gebruiker Jurrien Jakles
1700 Petrus Nauta jr. en Geertje Joostes Stinstra
1728 Petrus Nauta erven en Geertruida Canter
1832 Jan Thomas Stienstra
Huidige doeleinden Op het terrein staat nu een boerderij.
Opengesteld De boerderij wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen
De website hisgis
"Genealogie van Gerrijt van Belcum", J. Leemburg
Aantekeningen archief J. Leemburg
Website van Sneuper Dokkum
Foto 1: Jan Leemburg