Ligging
|
Deze Stins/State stond bij Kollumerterp ten noorden van Kollum, gemeente
Kollumerland.
|
Ontstaan
|
Vermoedelijk werd een Sybema stins voor het eerst in 1458 bewoond.
|
Geschiedenis
|
Bij Kollumerterp, oudtijds waarschijnlijk Annynghedorpe, lagen in de 15e
en 16e eeuw in de Torpmakluft twee stinzen: Sybema en Bama. Vermoedelijk
werd de stins reeds in 1458 bewoond door Taetke Sybema bewoond. In 1476
ruilde Harke Sybama, woonachtig in Annynghedorpe, land met het klooster
Gerkesklooster. Harke kreeg 20 pondematen in zijn woonplaats, het klooster
in ruil daarvoor Pauesmagoed ten oosten van de Gruits. Een vergelijkbare
schikking dus als het klooster in 1441 met Broer Meckema trof. In 1529
was Aebo Sybema belanghebbende bij de bedijking van het Nieuw Kruisland.
Zijn erfgenamen werden in 1555 genoemd met bezit op Kollumerterp.
In 1571, 1573 en 1578 werden delen van Sybema verkocht. In dat laatste
jaar verkocht Buwe Sybema aan Lieuwe Sybema en zijn vrouw Theets Eysma
een derde gedeelte van de huizinge ”staande op Sybemaheert op het Torp”,
uitgezonderd “het stins”. Een andere keer is er sprake van
“het stenhuys”. In 1601 verkocht Saecke Sybema land “op het Torp” aan de
broers Jeldert Rompts (zie ook Rosema State) en Tamme Rompts. Tamme
gebruikte in 1616 “Sybema landen”; hij stierf in 1632 en werd op het
kerkhof van Kollum begraven. Zijn zoon Rompt Tammes, die de naam Sybema
aannam, was in 1640 samen met zijn nicht Rycktien Jelderts van Rosema
eigenaar en woonde daar ”op het Collumertorp” in 1633 met zijn moeder.
De stins zal in de eerste helft van de 17de eeuw verkocht zijn. Jetscke
Jelderts van Rosema, zuster van Rycktien van Rosema, was
mede-eigenaresse van de state. Na haar overlijden in 1662 werd door haar
man Schelte Julius van Aytzema, als voogd over hun kinderen, land uit
Sybemastate verkocht.
De families Sybema en Rosema waren dus patrilineair gezien twee takken
van hetzelfde geslacht. Soms werd de naam ook gecombineerd tot Sybema
van Rosema. Deze regentenfamilie van eigenerfde afkomst was in de 17e
eeuw nauw verwant met vergelijkbare Kollumerlandse geslachten, die hun
naam aan oude Kollumer stinzen ontleenden, zoals Botnia van Broersma en
Tadema van Doma.
|
Bewoners
|
1458 Taetke Sybema
1476 Harke Sybama
1529 Aebo Sybema
tot 1578 Buwe Sybema
vanaf 1578 Lieuwe Sybema en Theets Eysma
tot 1601 Saecke Sybema
1601 – 1632 Tamme Rompts
1632 Rompt Tammes Sybema met Rycktien en Jetscke Jelderts van Rosema
1662 Schelte Julius van Aytzema en kinderen
|
Huidige doeleinden
|
Van de State is niets meer terug te vinden.
|
Opengesteld
|
n.v.t.
|
Foto's
|
|
Bronnen
|
Tekst: Jan Leemburg
“Kollumerland en Nieuw Kruisland” door mr. A.J. Andreae, 1883-1885
“De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners”, P.N. Noomen, 2009
Afb. 1: www.hisgis.nl
|