Ulfarda State te Hantumhuizen

Ligging Deze state lag ten noorden van Hantumhuizen, gem. Dongeradeel.

De boerderij Ulfarda op het stateterrein d.d. 25-04-2010

Ontstaan Vermoedelijk in de 14e eeuw.
Geschiedenis In de 13de eeuw worden herhaaldelijk aanzienlijke inwoners van Hantumhuizen genoemd. Zo waren rond het jaar 1200 een Hessel en Wibrand van Hantumhuizen verwant met de Leeuwarder edelen Jelgera van Jelgerhuis en Cammingha van Cambuur. In het begin van de 15de eeuw worden Thiallama huse en Ulfarda huse genoemd, tegelijk met Jield Elingha, ongetwijfeld woonachtig op Elinga. Andere adellijke huizen waren Popta en Rintjema. In 1664 werd ook Banga (FC1) als edele state aangegeven, maar een stins of middeleeuws adelshuis wordt daar niet genoemd.

Tegelijk met Thiallamahuse werden in 1423 Ulfarda huse en de inmiddels gestorven Ritzeke Ulfarda genoemd. In 1511 en 1640 was Ulfarda een eigenerfde boerderij. In 1698 blijkt het in handen te zijn van de kinderen/erven van dr. Ritske van Ripama en Lieukjen Jelger Anes. Het bezit zal ongetwijfeld uit haar familie afkomstig zijn. Lieuckien Jelgers (de spelling varieert sterk) was een dochter van "de burger hopman Jelger Anes" bij Geertie Gerryts (dit paar was te Dokkum 29 maart 1634 voor het gerecht getrouwd). Bij de inventarisatie van zijn sterfhuis werd Egbert Anes Itskama benoemd als voormond over Lieukien en Ane Jelgers; Eysse Hanses Wenth was man en voogd van Trijntie Jelgers. Dezelfde erfgenamen van Jelger Anes kwamen op 22 april 1664 opnieuw voor, namelijk Aene Jelgers (over hem Gerrijt Gerrijts oud borgemeester, als bestevader en curator), Mr. Eiso Wendt als vader over zijn zoon Jelger bij wijlen Trijntje Jelgers, en hopman Ritsco Rijpema gehuwd met Lieuckien Jelgers. Nog geen twee jaar later blijkt al van wijlen Dr. Ritsco Ripama, advocaat en procureur; curator was Pijter Gerryts Olpherda. Lieuckiens broer Aene Jelgers "schriver van 't breedstraatster espel" overleed vroegtijdig; zijn inventaris werd op 11 maart 1674 opgemaakt ten verzoeke van Pieter Gerryts Olpherda, gehuwd met Gertie Eilerts. De erfgenamen zijn "de kinderen" van Dr. Ritske Ripema en Leuckien Jelgers.

De in 1698 met name genoemde eigenaren zijn "Andries van Huiren, Leeuwarden, uit naam van zijn vrouw 1/3", "de vier pupillen van burgemeester G. Smedingh voor 1/3" (dit waren Trijntje, Ritske, Aebe en Lieucke Smedingh) en "Livius Ripema, apotheker, Harlingen, voor 1/3". De eerstgenoemde "Andries van Huiren" is Andries van Heuven die gehuwd was met Trijntje van Ripama. Toen zij met hun gezin emigreerden naar Coppenbrügge in de buurt van Hannover, vermoedelijk in opdracht van de Friese stadhouder die eigenaar was van dat graafschap, lijkt het alsof zij hun deel in de boerderij hebben verkocht. In 1700 worden althans als eigenaren vermeld "Smedinga en Rypma beyde tot Harlingen". In 1728 blijkt echter Lieuwe Rijpma voor 2/3 eigenaar te zijn en bij het resterende derde deel is vermeld "Van Dalen, Leeuwarden, uit naam van zijn vrouw". Dit was Steven van Dalen die gehuwd was met Lieucke Encudides, een dochter uit het eerste huwelijk van bovengenoemde Trijntje van Ripama. Ook het gebruik bleef in de familie, want de boerderij werd gepacht door hun neef Aebe Smedingh. In 1832 wordt Oeds Petrus Waller, koopman te Leeuwarden, als eigenaar vermeld. Of hij in enig verband staat met de families Van Dalen/Rijpma en Smedingh is nog niet bekend.
In 1850 werd het goed als Olphert zathe vermeld. Een stins wordt niet genoemd. Bijzondere kenmerken, zoals een gracht of een poort, ontbreken in de omschrijvingen. Ook Eekhoff geeft in zijn atlas geen gracht of singel. Op de topografische kaart van 1930 is echter wel een gracht aangegeven en aan de noord- en oostzijde een deel van een singel.
Anno 2010 is het bedrijf buiten de grenzen van het oude stateterrein gegroeid, maar aan west- en noordzijde lijkt nog een gracht aanwezig.
Bewoners Ritzeke Ulfarda
1640 Sybe Anes
voor 1698 dr. Ritske van Ripama en Lieukjen Jelger Anes
1698 Andries van Heuven, Gerlof Aebes Smedingh en Livius Ripema
1728 Lieuwe Rijpma (=Livius Ripema) en zijn nicht Lieucke Encudides
1832 Oeds Petrus Waller
Huidige doeleinden Van het huis zelf is niets meer terug te vinden.
Opengesteld De boerderij wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
"Rijpma, een Fries-Groningse familie", P.J.C. Elema en R. van der Ley
"Genealogie Gerrijt van Belcum", Jan Leemburg
De website hisgis
Foto 1: Jan Leemburg