Wybalda State te Metslawier

Ligging Master fan Loanstrjitte 25 te Metslawier, gemeente Dongeradeel.

Het woonhuis op de stateterp Wybalda in 1965

Andere benaming Wibalda State
Ontstaan De eerste vermelding van Wybalda dateert uit 1422.
Geschiedenis Wibalda, als Wybalda in 1511 genoemd, was een stins die zijn naam ontleende aan een in de late 15e eeuw in mannelijke lijn uitgestorven familie. Begin 16e eeuw was het reeds pachtgoed.
De eerste vermelding van Wibalda te Metslawier is uit 1422. Toen behoorde Jucko of Yweke Wybalda tot de Schieringer hoofdelingen die met Focke Ukena vrede sloten. Omdat hij in de oorkonde tussen hoofdelingen uit Oostrum, Metslawier, Foudgum en Bornwerderhuizen wordt genoemd, kwam hij zeker van de Metslawierster Wibalda-stins. Een zoon of een kleinzoon van hem zal jonge Juicke toe Metzelwier zijn geweest, die met andere Vetkopers, zoals Botto Holdinga en Gabbe Jaerla in 1474 in Dokkum Ede Hessels Jongema, die op Tjaerda in Rinsumageest was ingetrouwd, doodsloeg. Hij werd hij door de tegenpartij op Tjaerda gevangen gezet en bij een uitruil van gijzelaars weer losgelaten.

In 1511 was Wibalda, 108 pondemaat groot, eigendom van Sippe Meckama, die het verpachtte. Toch had het huis nog een zeker prestige, want in 1504 en 1505 werd hij in de lijst van "edelingen" van het Saksische bestuur Sippe Wybalda genoemd. Nog in 1582 was Wibalda een pachtboerderij van de Meckema's. (*1)
De ligging van de sathe Wibalda ten zuiden van het dop blijkt uit het floreencohier van 1700 en 1850. Merkwaardig is dat er geen stem bij behoorde. Mogelijk was dit het gevolg van verschuivingen van administratieve eenheden binnen het grootgrondbezit dat de grietenijsecretaris Cornelius van Bosman in de tweede helft van de 17de eeuw in Metslawier opbouwde: in 1700 bezat hij 7 stemmende sates plus losland en nog een halve stem. Op land van de Velde (FC4; upt Felt gued in 1511, (*2) Opfelde zaete in 1543), dat in 1698/1700 met Wibalda één gebruikseenheid vormde, liet hij aan de noordzijde van het dorp in 1674 het huis Bosman op een omgracht terrein met (in 1832) plaisierwater, tuin, gracht en singel bouwen, dat in 1850 weer werd afgebroken.
De Schoolmeester van 1856 spreekt van Uniastate ten oosten van het kerkhof en schuin daartegenover lag volgens hem Wibalda 'met een heerlijk plantage' en bewoond door Dirk Jacobs. De laatste komt niet voor in de 'Aanwijzende Tafels' van het kadaster van 1832 en is dus pachter of huurder geweest.

In de bocht van de Meester van Loonstraat staat thans als woonhuis het vooreind van de op de kadastrale minuut getekende kop-hals-rompboerderij, toen eigendom van J. Reiding, landbouwer te Wierum. De boerderij werd in 1846 verkocht aan Rijpstra, afkomstig van Buwaldastate. De schuur werd in 1906 afgebroken. De boerderij zou op de plaats staan van de voormalige Wibaldastate. Het overgebleven gedeelte betreft het klassieke type van lang voorhuis met een kelder in het midden, waarboven oorspronkelijk de bedsteden waren. In de voortopgevel staan evenals in de langsgevel zesruitsvensters.

(*1) DJvdM: RAF, RA Oostdongeradeel J 1 (1582): Jan Hendricksz Wybalda huurt de sate Wybalda van de erfgenamen van Feye van Meckema. In 1580 (RGO) huurde hij ook kerke- en pastorieland. RAF, HvF EEE 1, fol. 321: Julius van Meckema krijgt in 1588 Wybalda sate te Metslawier, groot 90 pondemaat uit de boedel van Feye van Meckema en Ibel van Unia.
(*2) Het goed up't Felt behoorde in 1511 aan Take Buyma en Wick to Lytkeweer en haar zusters. Zie Lytsewier te Wetsens.
(*3) Tiet Meckema, dochter van Pybe Eernsma te Jouwswier en Wits Meckema trouwde met Feye Remmersma. Zie Meckema te Kollum.
Bewoners - Yweke Wybalda, 1422
- jonge Juicke toe Metzelwier, 1474
- Sippe Wybalda (1505) alias Sippe Meckama (1511). Hij komt niet in de genealogieën Meckema voor. Hij zal een broer van Tieth Meckema (*3) zijn geweest; Wibalda kwam aan Tiets zoon:
- Pybe Meckema, 1543 landeigenaar in Metslawier. Zoon:
- Feye van Meckema, getrouwd met Ibel van Unia. Zoon:
- Julius van Meckema krijgt Wybalda sate in 1588
- Cornelius van Bosman, eigenaar 1700
1832 J. Reiding
1846 dhr Rijpstra
Huidige doeleinden Op het terrein staat nog het woonhuis van een voormalige boerderij.
Opengesteld n.v.t.
Foto's Het woonhuis op de stateterp Wybalda in april 2010
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen
De website hisgis
Foto 1 "De monumenten van geschiedenis en kunst..."
Foto 2 Jan Leemburg