Ligging |
Tussen Niawier en Oosternijkerk, gemeente Dongeradeel.![]() |
Andere benamingen | 1640: Heele wey; 1728: Holleweg; 1830: Hollewey zathe; TMK 1855: Halwey zate; Eekhoff 1855: de Healwei. |
Ontstaan | Het ontstaan van de stins/state is niet bekend. |
Geschiedenis |
Het grootste deel van het dorpsgebied van Niawier was kloosterland. Van slechts
een klein deel behoorde de eigendom aan leken. Het Register van geestelijke
opkomsten van 1580 verwoordt het treffend: ... de conventualen offt cloister
denwelken dit dorp geheel, exempt een sate, tokomt. Ypsmastate lag tussen de dorpen Niawier en Oosternijkerk. Bij het goed lag een stinswier. Voor de state komt de naam eerst in de 16de eeuw voor, voor de familie reeds in een tekst die betrekking heeft op de vroege 15de eeuw. In 1543 was onder Niawier sprake van Ypsema kiech als belending; keeg is oorspronkelijk "land aan het water". De naam Ypsma wordt voor de state vermeld in 1557: Ypsmastate ... gelegen tot Nijewier in Dongeradeel; die hornleger van Ypsmagoet ... mitten wier, hiem ende huysstede, daer 't huys eertyts op gestaen heeft. Zoals zo vaak gaat het hier om een voormalige adellijke positie, in dit geval ook interessant omdat zij ingeklemd lag tussen grote complexen land van verschillende kloosters. Op de voormalige machtspositie wijst de in de 16de eeuw nog vermelde stinswier. De familie Ypsma is in het midden van de 15de eeuw in mannelijke lijn uitgestorven, haar state kwam via een erfdochter in een andere familie en werd daardoor pachtgoed in plaats van adellijke woonplaats. Alleen de wier en de naam Ypsma die ook in de kwartierstaat van de eigenaars voorkomt herinnerde in de 16de eeuw nog aan deze uitgestorven familie en haar stins. De oudste gegevens over de eigenaars kennen we uit de genealogie van de familie Stinstra. Weliswaar gaat het hier om een 16de-eeuws genealogisch handschrift, maar de eigendomsverhoudingen bevestigen de betrouwbaarheid van die genealogie. Sap Ipsma zou in het begin van de 15de eeuw met Wilke Popta getrouwd zijn geweest. Hun dochter Sipk Popta trouwde met Jeppe Stinstra van Foudgum. Hun dochter Luidts Stinstra trouwde met Gercke Stania uit Reitsum, die rond 1490 leefde. Hun kinderen waren in 1511 de landheren van een sate van ruim 66 pondemaat, die door Gerbet Tzellez werden gebruikt met een aanbreng van 22-11-0 floreen. Het is de eerste maal dat Ypsma als agrarisch bedrijf wordt vermeld, de naam Ypsma komt dan nog niet voor. In 1557 wordt Ypsma-state opnieuw genoemd. Het was toen eigendom van dr. Upcke van Burmania, priester van de Oldehoofster kerk in Leeuwarden en raadsheer in het Hof van Friesland. Waarschijnlijk heeft hij Ypsma van de familie Stania-Stinstra verworven: met beide families waren de Burmania's zeer nauw verwant; het stamhuis Stinstra-state te Foudgum kwam door deze relatie zelfs aan de familie Burmania.(*1) In zijn testament van 13 juni 1557 vermaakte dr. Upcke Ypsma-goed en -state aan zijn neef en petekind Gemme Burmania. De landerijen zou Gemme met zijn broer en zuster moeten delen, maar hij zou hen mogen uitkopen. Dat het goed ooit meer was dan een gewone boerderij blijkt uit de vermelding van de "wier" en de "huisstede, waarop eertijds het huis gestaan heeft". Bovendien behoorden bij het goed nog zes huissteden in de dorpskom van Niawier, die verhuurd werden. Op zijn beurt liet Gemme het goed in 1592 na aan zijn dochter Saepck, getrouwd met Watze Ockinga. Douwe Ockinga, de zoon van Saepck Burmania en Watze Ockinga had in 1640 twee sates onder Niawier. Daarvan was alleen FC17, de Healwei of Helewey geheten, van oorsprong geen kloostergoed. Ypsma en Healwei zijn dus identiek. De grootte kwam in 1640 nagenoeg overeen met die in 1511: 65 pondemaat. In 1698 was het goed eigendom van de echtgenote van jonker Sicco van Goslinga en werd de 64 pondemaat (23,5 ha.) grote boerderij gepacht door Melle Minses. Ook in 1728 was het in handen van dezelfde eigenaar, maar nu verpacht aan Upt Tjerks. In 1718 was de boerderij door singels omgeven; een wier werd toen niet meer aangegeven. De jongere naam Healwei zal de sate danken aan de ligging tussen de dorpen Niawier en Oosternijkerk. In 1830 wordt het goed als een gewone boerenplaats omschreven: ... een zathe en landen met huizinge en schuur, hornleger, hovinge, bomen en plantagie, Hollewey zathe genaamd ..." en eigendom van de erfgenamen van Ulbe van Burmania te Anjum. Ook nu is het nog een agrarisch bedrijf. Als adellijk huis verdween Ypsma al in de 15de eeuw. In 1511 en sinsdien werd het door een pachter bewoond. Het huis was gezien de omschrijving "de huisstede waar het huis gestaan heeft" in 1557 reeds afgebroken. Tussen 1557 en 1718 verdween ook de stinswier. Van Ypsma zijn geen oude afbeeldingen of kaarten bekend. (*1) De erfdochters Fed en Frau Stinstra trouwden met twee broers Burmania. De stiefmoeder van deze Burmania-broers, Saepk Itsma, eerder getrouwd met Sibren Stinstra was de moeder van deze erfdochters. Siouck Stania, uit de laatste generatie van de familie Stania trouwde ondermeer met een Burmania; haar enige zoon - uit een ander huwelijk - Hayo Roussel trouwde eveneens met een Burmania. |
Bewoners |
- Sappe Ipsma, getrouwd met Wilke Popta. Dochter: - Sipk Popta, getrouwd met Jeppe Stinstra van Foudgum. Dochter: - Luidts Stinstra, getrouwd met Gercke Stania uit Reitsum, die leefde ca. 1490 Hieruit: - de "kinderen van Gercke Stania", eigenaars in 1511.// Een verwant van hen was: - dr. Upcke van Burmania, gest. 1557, oom van: - Gemme van Burmania, gest. 1592. Vader van: - Saepk van Burmania, gest. 1625, getrouwd met Watze Ockinga. Hun zoon was: - Douwe van Ockinga, hij stierf ongehuwd in 1666. - Sicco van Goslinga en echtgenote (stemkohieren 1698, 1728) - erven Ulbe van Burmania in 1832 |
Huidige doeleinden | Op het terrein staat een boerderij. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Jan Leemburg P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009 De website hisgis Foto 1: Jan Leemburg |