Ytsma State te Wierum

Ligging Ytsma State lag ten westen van Wierum, gemeente Dongeradeel, vermoedelijk halverwege het dorp en Poutsma State.
Andere benaming Scheltema State
Ontstaan Vermoedelijk voor 1400.
Geschiedenis In het dorp Wierum zijn de middeleeuwse goederen minder makkelijk te reconstrueren dan in andere dorpen. Waarschijnlijk waren de dijklasten hier zo hoog, dat geen floreenbelasting behoefde te worden betaald. Daardoor ontbreken floreencohieren en is de koppeling aan het kadaster moeilijk. Het belangrijkste huis in Wierum was Ytsma. Daarnaast was Poutsma een belangrijk goed.

Van het uiterlijk van de stins van de Ytsma's is niets bekend. Resten in de vorm van een wier of een gracht zijn niet bewaard. Zelfs over de precieze ligging kunnen tot nu slechts hypothetische uitspraken worden gedaan.

Indirect - door de pachtersnaam - wordt het goed in 1511 vermeld als Yttien; expliciet is in 1543 sprake van Ald Ythieme gued. De samenhang van de hoofdelingenfamilie Ytsma kennen we voornamelijk uit latere genealogische handschriften; eigendomsverhoudingen bevestigen deze samenhang. De stamvader Werp Ytsma leefde in Wierum in de eerste helft van de 15de eeuw. Zijn zoon Rienck Ytsma werd genoemd in een oorkonde uit 1483 en was getrouwd met Wits Tiaerda van Ee (zie Tiaerda te Ee). Rienck had vier zonen: Jeppe, die trouwde met een dochter Elinga uit Hantumhuizen; Douwe Ytsma, die door Gercke Stania uit Reitsum werd doodgeslagen; Werp Ytsma, die naar zijn eerste vrouw Saepck Donia vaak ook Werp Donia werd genoemd; en Kempo Ytsma, die met Kinsck Aynga uit Jislum trouwde. Tietke of Tiets Ytsma, een dochter van de laatsten, trouwde met Gabbe Scheltema.
Ytsma state zelf behoorde in 1511 aan deze Gabbe Scheltema, die het goed waarschijnlijk van syn wyffs wegen bezat, zoals hij ook de (waarschijnlijk nabijgelegen) sate Kaeterhuijsen, waarschijnlijk aan de Koter- of Kootsterhuisterweg, had. Werp Donia alias Ytsma, oom van Gabbes vrouw, bezat in hetzelfde jaar Aytzie sate, in dezelfde buurt. Een derde sate in deze omgeving, Lutkekeege sate, waarschijnlijk bij de splitsing van de Koterweg en de weg naar het dorp, behoorde eveneens aan verwanten van de Ytsma's, maar was geen oud Ytsma-goed; het was oorspronkelijk eigendom van de met de Ytsma's verzwagerde Elinga's van Hantumhuizen.
De Ytsma's stierven in mannelijke lijn in het midden van de 16de eeuw uit. In de Nieuwe Tijd kregen ze door misverstand en fantasie in de historiografie alsnog vroeg-middeleeuwse voorouders toegedacht. Door een foute interpretatie van de naam Werinon, waar de familie van de vroeg-middeleeuwse missionaris Liudger bezittingen had, als Wierum, meende men dat Liudger in Wierum geboren was,(*1) en dat hij een Itsma zou zijn geweest.(*2)

Onder de adellijke staten op de kaart van Winsemius van 1622 komt Ytsma niet meer voor; Schotanus geeft het goed in 1664 nog wel als edele state Scheltema. Van Wierum zijn geen floreencohieren bewaard gebleven. De stemhebbende boerderijen van 1640 en 1698, waaronder Ytsma en Klein Ytsma zijn daarom moeilijk te localiseren. Door vergelijking van de gegevens uit de verschillende goederenregistraties tussen 1511 en 1728 en door uitsluiting van veel andere mogelijkheden is wel een hypothese op te stellen: waarschijnlijk lag Ytsma ten westen van het dorp, hemelsbreed halverwege Poutsma.(*3) Langs geheel andere wijze wordt deze hypothese bevestigd: de kaart van Schotanus (1664) geeft de state Scheltema precies op deze plaats. Ook de andere goederen van de Ytsma's, Kaeterhuijsen, Aytzia sate en later ook Lutkekeege sate lagen daar dichtbij.

(*1) Suffridus Petrus, De scriptoribus, decas V/5: natus in pago Virumo prope Doccomium; Schotanus, 60: Ludgerus een frieschen edel jongelinck van grooten hope, geboortich van Wierum in Dongeradeel. Deze misvatting bleef tot in de 20ste eeuw voortbestaan: Encyclopedie van Friesland, 454. In feite lag Werinon in de Utrechtse Vechtstreek. Künzel en Blok, Lexicon, 390.
(*2) Tegenwoordige Staat, II, 203-204: Wierum (...) alhier werd gebooren Ludgerus, gesprooten uit het adelyk geslagt van Itsma (...). In 't jaar 1483 woonde hier Rienk Itsma. Interessant is dat in het feitelijke stamland van Liudger, de Vechtstreek, ook een adellijke familie, de Van Ruwiels, zich als verre neven van Liudger beschouwden.
(*3) Er waren in Wierum 14 stemmen: (*SC1) Inia, (SC2), (SC3) Kleyn Ytsma, (*SC4) Getza, (SC5) Kleine Keeg, (SC6) Ytsma, (SC7) Romkema, (SC8) sate De Keiser, (*SC9) Poutsma, (*SC10) Hannia, (*SC11) Munckhuys alias Hotzehiem, (*SC12) Grote Keeg, (*SC13) Op de Velde en (*SC14) Liupma. De ligging van de met een sterretje aangegeven sates is bekend; SC2 zal blijkens de namen van de gebruikers dicht bij Inia gelegen hebben, de Kleine Keeg mogelijk dicht bij de (Grote) Keeg. Blijven over 4 stemmen in het cohier en 4 stemmende huisplaatsen op de kaart van 1718; het totale aantal nog niet gelocaliseerde boerderijnamen in de oudere registers is groter. Aan de 4 stemmende huisplaatsen op de kaart van 1718 is hypothetisch een naam te verbinden: ten oosten van Getza resp. Aytzia en Kaeterhuijsen. Zie in een vorige noot. Blijkens de vergelijking van de Aanbreng (1511) en het Beneficiaalboek (1543) waren in het oosten van het dorpsgebied Walama, Jaensma en Melama, alle ten oosten van Hannia gelegen, belangrijke goederen. Een of twee van deze goederen zullen met Romkema en sate De Keiser in het stemcohier en met de stemmende boerderij en de stemmende stel aan de dijk op de kaart van 1718 in verband gebracht kunnen worden. Door uitsluiting komt dan de stemmende huisplaats tussen Poutsma en het dorp het meest in aanmerking voor (Groot en Klein) Ytsma.
Bewoners - Werp Ytsma
- Rienck Ytsma, getrouwd met Wits Tiaerda van Ee
- Werp Donia/Ytsma, in 1511 eigenaar van Aytzia te Wierum
- Tietke Ytsma, getrouwd met Gabbe Scheltema van Ferwerd
Huidige doeleinden Van de stins/state is niets terug te vinden, zelfs geen fundamenten. Het staterrein is nu bouwland.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: Jan Leemburg
P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009
De website hisgis